1. Toch was het herstelde evangelie voor iedereen bedoeld
Dit blogje lijkt in eerste instantie alle kanten op te gaan, maar ik denk dat uiteindelijk wel duidelijk wordt wat ik wil zeggen.
In een van mijn vorige blogjes heb ik het gehad over restauratie. Toen in 1978 de restricties werden opgeheven, en zwarte mannen van Afrikaanse afkomst het priesterschap mochten ontvangen en alles wat daar mee samenhing, ik dit zag als een herstelling binnen de herstelling. Ze kregen terug wat ze oorspronkelijk al hadden gehad, toen de kerk door middel van Joseph Smith werd hersteld.
Tijdens de algemene conferentie van april 2020 werd er door president Nelson een proclamatie voorgelezen over "De herstelling van de volheid van het evangelie van Jezus Christus." De eerste zin van deze proclamatie is deze: "Wij verklaren dat God zijn kinderen in alle landen van de wereld liefheeft." Verderop in deze proclamatie staat het volgende, en dat vind ik interessant voor waar ik naar toe wil, "Wij verklaren dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, die op 6 april 1830 is opgericht, de herstelde nieuwtestamentische kerk van Christus is."
In één van de tijdschriften van de kerk wordt het zo uitgelegd: "Een restauratie is het terugbrengen van iets naar zijn oorspronkelijk staat. Het is geen reformatie, die iets bestaands verandert om iets nieuws te creëren. Als je bijvoorbeeld een oud huis wil restaureren, dan zou je het herbouwen met dezelfde lay-out die het oorspronkelijk had. U wilt misschien een nieuwe open haard plaatsen, maar dan verandert u het huis in plaats van het te restaureren. Het evangelie van Jezus Christus moest hersteld worden omdat het tijdens de grote afval verloren was gegaan. De mensen hadden eeuwenlang zonder de ware kerk geleefd. Dus herstelde de Heer zijn kerk en evangelie door middel van Joseph Smith, precies zoals oude profeten hadden geprofeteerd."
In "Ras en priesterschap", een evangelieverhandeling van de kerk, lezen we dat "in de eerste twee decennia na de oprichting van de kerk enkele zwarte mannen tot het priesterschap werden geordend. Eén van deze mannen, Elijah Abel, nam ook deel aan tempeldiensten in Kirtland (Ohio) en liet zich later plaatsvervangend dopen voor zijn overleden verwanten in Nauvoo (Illinois). Er is geen betrouwbaar bewijs dat het priesterschap aan zwarte mannen werd onthouden zolang Joseph Smith leefde". De verklaring van "Ras en priesterschap" begint, net als de proclamatie (De herstelling van de volheid van het evangelie van Jezus Christus). die president Nelson voorlas, met dezelfde boodschap, namelijk dat "De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen omarmt de hele mensheid, zowel volgens haar theologie als in de praktijk. Volgens de Schriftuur en de leringen van de kerk heeft God al zijn kinderen lief en is eeuwigheid voor iedereen mogelijk. God heeft alle rassen en etnische groepen geschapen en beschouwt ze als gelijkwaardig. In het Boek van Mormon wordt het zo verwoord: Allen zijn voor God gelijk."
Elijah Able
In "Onderwerpen uit de kerkgeschiedenis" wordt dit onder andere over Elijah Able gezegd en vooral de eerste zin vind ik interessant: "Toch was het herstelde evangelie voor iedereen bedoeld, 'zwart en wit, gebonden en vrij (2 Nephi 26:33), en in september 1832 doopte een wit kerklid, genaamd Ezekiel Roberts, Elijah Able in Ohio. In 1836 werd Elijah door Ambrose Palmer tot het Melchizedekse priesterschap geordend, gewassen en gezalfd in de Kirtland tempel, ontving hij zijn patriarchale zegen uit de handen van Joseph Smith sr., en werd door Zebedee Coltrin tot zeventiger geordend. In 1838 begon Able aan een zending in New York en Canada. In 1847 trouwde hij met Mary Ann Adams, die ook van gemengd ras was. Samen kreeg het paar vier kinderen. In 1853 migreerde de familie Able naar Utah. Gedurende de volgende drie decennia werkte hij aan de Salt Lake tempel en vervulde hij nog een zending in Ohio. In 1852, een jaar voordat de Ables in Utah aankwamen, kondigde Brigham Young publiekelijk een beleid aan om zwarte mannen het priesterschap te onthouden. Able hield zijn priesterschapsambt en status, maar toen hij president Young om toestemming vroeg om zijn tempelbegiftiging te ontvangen en aan Mary Ann verzegeld te worden, werd het verzoek afgewezen. In 1879 werd een tweede verzoek van Able afgewezen door president John Taylor. Able bleef trouw tot aan zijn overlijden op 25 december 1884."
Dat president John Taylor het verzoek van Able weigerde heeft alles te maken met, zoals we in "Ras en priesterschap" kunnen lezen, "omdat in januari en februari 1852 had Brigham Young twee toespraken gegeven in het orgaan van de wetgevende macht in Utah. Hij kondigde aan dat zwarte mannen van Afrikaanse afkomst van het priesterschap werden uitgesloten...Na de dood van Brigham Young lieten opeenvolgende presidenten van de kerk de tempelbegiftiging en het tempelhuwelijk voor zwarten niet toe...Deze beperking werd gerechtvaardigd door de gangbare ideeën over de minderwaardigheid van rassen."
Uit alles wat er in die periode is gebeurd zijn lessen te leren, zoals dat, "er geen betrouwbaar bewijs is dat het priesterschap aan zwarte mannen werd onthouden zolang Joseph Smith leefde". De kerk werd door de Heer door middel van Joseph Smith hersteld met "dat allen voor God gelijk zijn".
Maar hieruit is nog een les te leren. Gisteren, tijdens de vergadering van onze vrouwenorganisatie, bespraken we de toespraak "Tempelwerk en familiegeschiedenis: één en hetzelfde werk." Tijdens de bespreking kwam ook "De tempel en uw geestelijk fundament" ter sprake. Hieronder het filmpje dat uit de deze toespraak komt. In deze toespraak vraagt president Nelson aan ons hoe vast ons fundament is. De reden dat hij dit vraagt is deze: "Dit zijn echtde laatste dagen. Als u en ik de komende gevaren en spanningen moeten doorstaan, dan is het van groot belang dat ieder van ons een vast geestelijk fundament heeft, gebouwd op de rotssteen van onze Verlosser, Jezus Christus. En dan zegt president Nelson dit: "En wanneer er ook maar enige opschudding in uw leven is, bevindt de veiligste plek in geestelijk opzicht zich binnen uw tempelverbonden."
Elijah Able, die jarenlang heeft meegewerkt aan de bouw van de Salt Lake tempel, mocht uiteindelijk niet binnen gaan om daar verbonden te sluiten met zijn vrouw Mary Ann Adams. Ik kan me haast niet anders voorstellen dan dat dit een soort aardbeving in zijn leven moet zijn geweest. Desondanks bleef hij tot het einde van zijn leven een getrouw lid van de kerk. Dit zegt volgens mij alles over zijn geestelijk fundament en op wie het gebouwd was. Wat een krachtig voorbeeld.
Afbeeldingen: De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen