Waar zal ik beginnen? Dat is voor nu mijn vraag. Want het is niet zo dat ik niet genoeg materiaal heb. Integendeel. Ik heb genoeg stof liggen om verschillende blogjes met knip-en-plak-werk te kunnen vullen. Dat is dus zeker niet het probleem. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Misschien, om die reden, is mijn vraag dus verkeerd, en moet ik mezelf niet afvragen waar te beginnen, maar waarom ik aan dit onderwerp begin. Maar ik denk, gaandeweg, dat die vraag zichzelf wel gaat beantwoorden op dit blog. Aan de andere kant, waarom stil staan bij vragen. Soms moet je gewoon beginnen, en niet te veel stil staan bij. En is nu een mooi moment om te beginnen. En met nu bedoel ik afgelopen week.
Voordat ik begin aan 'mijn serie', ik loop vast vooruit, maar mezelf kennende zal het zeker niet alleen bij dit blogje blijven, zal het voor sommige lezers lastig zijn om mij te volgen. Zeker als je niet bekend met de kerk, haar leer, noch haar geschiedenis. En zelfs als je wel bekend bent met, hoeft dat nog niet iets te zeggen.
Afgelopen week, we waren bezig met de boeken Amos en Obadja uit het Oude Testament, vroeg ik me af wat er uiteindelijk met Esau, de zoon van Isaak en Rebekka is gebeurd. Dit naar aanleiding van Obadja hoofdstuk 1. Tijdens mijn zoektocht kwam ik een prachtig artikel tegen over Jakob en Esau, waarin onder andere het volgende wordt gezegd: "Hun verhaal is er een van intense gevoelens en bittere rivaliteit, maar het heeft een vreugdevolle ontknoping. Het spoort ons aan om onze eigen familierelaties te evalueren en suggereert enkele manier waarop we kunnen proberen eventuele aanhoudend onvriendelijke gevoelens op te lossen."
Maar ik stuitte ook op een ander artikel waar ik, in het licht van waarover ik wil schrijven, niet aan voorbij kan gaan. De schrijver van dit artikel haalt namelijk Bruce R. McConkie aan die onder andere het volgende zegt:
"Via de afstamming van Jacob zond God die dappere geesten, die nobelen en groten, waarvan hij wist dat hij in zijn oneindige wijsheid en voorkennis geneigd zou zijn Hem te dienen. Door Esau kwamen die geesten van mindere moed en toewijding. Daarom waren veel van Jakobs nakomelingen in dit leven rechtvaardig en veel van Esau's nakomelingen waren goddeloos, waardoor Maleachi zo'n vijftienhonderd jaar later in de naam van de Heer zei dat God het huis van Jakob liefhad en het huis van Esau haatte."
Ik heb de neiging om te gaan dwalen. Ik begin ergens, wordt afgeleid door een woord of een zin, zoals "haatte het huis van Esau" maar als ik daar nu op inga kom ik totaal ergens anders uit, terwijl de aanleiding van dit blogje deze zin is: "door Esau kwamen die geesten van mindere moed en toewijding". Dus het woord haat parkeer ik en hang er in mijn Schriften een tag aan. In december bespreken we Maleachi, dus wie weet.
De zin "door Esau kwamen de geesten van mindere moed en toewijding" kan ik niet los zien van een andere uitspraak die Bruce R. McConkie heeft gedaan: "Degenen die in het voorbestaan minder dapper waren en aan wie daardoor tijdens hun sterfelijkheid bepaalde spirituele beperkingen werden opgelegd, staan bij ons bekend als de n..... Zulke geesten worden naar de aarde gestuurd via Kain, het merkteken dat op hem is gezet voor zijn rebellie tegen God en zijn moord op Abel is een zwarte huid...maar deze ongelijkheid is niet van menselijk oorsprong. Het is het werk van de Heer, gebaseerd op zijn eeuwige wetten van gerechtigheid, en komt voort uit het gebrek aan geestelijke moed van de betrokkenen in hun eerste staat" (Mormon Doctrine, uitgave 1966).
Ik ben grootgebracht met deze "leer" en net als de man in het filmpje, Struggling with the History of Race and the Priesthood overstijgt mijn gevoel al jaren dit onderwerp. De kerk, ik kom hier nog op terug, is duidelijk wat dit betreft. Dat blijkt wel uit de volgende woorden: "Vandaag verwerpt de kerk de theorieën die men in het verleden aanhaalde: een zwarte huid is een teken van goddelijke ongunst of vervloeking; een zwarte huid wijst op onrechtschapen handelingen in het voorsterfelijk leven; huwelijken tussen verschillende rassen zijn zondig; zwarten of mensen van andere rassen of volkeren zijn ondergeschikt. De kerkleiders in deze tijd veroordelen elke vorm van racisme in het heden of verleden".
Desondanks, zeker in licht van de Schriften waar ik van houd, deel ik het gevoel van de migrantenkerken "zullen we het ook nog even hebben over het verleden". Dit heeft alles te maken met erkenning, stil staan bij en spreken over. En deel ik de mening "dat het verleden nog steeds doorwerkt".
Afbeelding: De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen