Manlief had een werkafspraak in Limburg. Voordat hij naar zijn afspraak ging reed ik mee voor de gezelligheid en heeft hij mij afgezet in Sittard. Eerst het winkelgebied verkend, daarna de omgeving. Heb die dag veel foto's gemaakt, zodat manlief aan de hand van de foto's kon zien waar ik allemaal ben geweest.
Dit is de eerste foto die ik heb genomen. Ik dacht dat ik nog steeds in het winkelgebied zat, maar toen ik de hoek om kwam zag ik opeens dit landschap. Werd er helemaal door verrast.
Het zelfde water van net, maar dan genomen aan de andere kant. Rechts zie je de bibliotheek.
Dit is ook wat je ziet als je daar staat.
Ik ben niet bekend met Sittard en haar omgeving. Tijdens mijn wandeling heb ik me laten leiden door wat ik zag.
In de verte kon ik dit zien, en dacht in eerste instantie dat het een boom was.
Naast de 'boom' was een richtingwijzer. De geheime tuinen vond ik wel goed klinken. Daarnaast werd er gesproken over Stadsomwalling, wat ik ook wel zag zitten. Dus hier afgeslagen naar boven.
Eenmaal boven aangekomen bleek ik een prachtig uitzicht te hebben op een kloostertuin. Op een van de muren was een bordje met de volgende informatie: "Het jaar 1677 was het rampjaar waarin Sittard werd verwoest en de vestingfunctie voorgoed verdween. De schootsvelden werden verpacht en in gebruik genomen, soms als kloostertuin van de binnen omwalling gelegen kloosters. Via een onderdoorgang door de wal was de kloostertuin van de Ursulinen bereikbaar en werd in deze tuin zelfs een begraafplaats voor de zusters aangelegd."
Op hetzelfde bordje over de kloostertuin stond ook deze informatie: "Van oudsher heeft Sittard relatief veel Joodse inwoners gehad. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog waren ruim 230 Joden in Sittard geregistreerd, inclusief zo'n 90 Duitse vluchtelingen. Slechts enkelen overleefden de oorlog en ter herinnering aan de 160 omgekomen Joodse burgers uit de regio is in de kloostertuin een monument opgericht."
Wat je hier ziet is een Berceau. "Een Berceau is een overdekt paadje of laantje, dat vroeger werd aangelegd binnen kloostermuren, bij kastelen en deftige buitens. In kloostertuinen werden deze sierlijke ornamenten gebruikt om onder te brevieren. De kloosterlingen liepen dan, al biddend, met hun brevier, het boek dat de gebeden bevat die een geestelijke van de Katholieke Kerk dagelijks moesten bidden, door het met groen overdekte laantje op en neer." Het bleken allemaal peren te zijn, wel allemaal verschillende soorten. De eerste peren zijn al aangeplant begin 1900.
Om bij stil te staan.
Ergens vanuit de tuin uitzicht op het klooster.
Dit is de begraafplaats van de Ursulinen die in de kloostertuin werd aangelegd. De Ursulinen kwamen in 1843 naar Sittard en hebben daar gewoond tot 1977.
Dit is nog steeds een onderdeel van de kloostertuin.
Om van de stadsomwalling in de kloostertuin te komen heb ik gebruik gemaakt van dit trappetje. Dit trappetje heb ik ook weer gebruikt om terug te komen op de stadsomwalling.
Om uiteindelijk hier terecht te komen, Jardin d'Isabelle. Op het bordje staat het het volgende geschreven: " Ontdek hier de romantische geschiedenis van 'Jardin d'Isabelle', een betoverende stadstuin genoemd naar Isabelle de Borman, de dochter uit een rijke doktersfamilie. Deze prachtige tuin was ooit privéterrein van de familie De Borman die woonde aan de gezellige Markt. Maar wat maakt deze tuin zo bijzonder? Het is het verhaal van Isabelle's liefde voor de bohemien dichter Charles Beltjens dat de aandacht trekt. Ondanks hun hartstochtelijke wens om te trouwen, verbood dokter De Borman hun huwelijk en stuurde Charles weg. Hij vertrok naar Frankrijk waar hij in zijn moedertaal, het Frans, gedichten schreef die hem bekend maakten. Toch blijft Charles voor altijd verbonden met Jardin d'Isabelle, met fragmenten van zijn beroemde gedicht over de condor - 'Le condor captif' - en een kopie van zijn door Gjus Roebroek vervaardigde borstbeeld, beide te bewonderen in deze romantische tuin." De tuin is prachtig, maar aan het verhaal vind ik niets romantisch. Integendeel. Op 24 tuinen met een verhaal wordt dit een ongelukkige liefdesgeschiedenis genoemd en ik geloof dat dat beter de lading dekt. Op deze site kunnen we het volgende lezen over Charles: "In Frankrijk was Charles succesvol, maar eenmaal terug in Sittard werd hij beschouwd als een zonderling. Pas na zijn dood werd hij als een genie beschouwd en werd er al snel geijverd voor een standbeeld."
Tegenover deze tuin is nog een andere tuin Cour Solanus. Om op het bordje het volgende te lezen over deze tuin: "Oorspronkelijk was dit een kruidentuin van het Dominicanenklooster, met tegen de stadswal een pesthuisje waar lijders aan de pest en andere besmettelijke ziektes naartoe werden gestuurd om ze af te zonderen van de rest van de stadsbewoners Later werd deze tuin de buitenruimte ("cour") van de internaatsstudenten van de Jezuïeten en het Franciscaanse missiehuis "Franciscus Solanus". Tegenwoordig is het een prachtige tuin die zijn naam dankt aan deze missie. Je kunt nog steeds de indrukwekkende vleugel uit 1870 zien, in Engelse landhuisstijl, waar de Jezuïeten hun internaat hadden."
Na deze tuinen ben ik weer terug gegaan naar de stadsomwalling,
en zag ik dit trappetje dat uiteindelijk leidt tot....
wie weet daadwerkelijk tot een romantisch verhaal.
De straat overgestoken
en toen werd ik even afgeleid. Ik zag namelijk een fietsroutebord en daar wij graag fietsen kon ik het niet laten om even een kijkje te nemen.
In gedachten zag ik ons al uit dit straatje komen, Sittard in.
Om daarna mijn weg verder te vervolgen op de stadsomwalling.
Hier viel wat te kiezen en ik koos voor Fort Sanderbout. Per slot van rekening is Sittard een vestingstad, dus in Sittard zijn en het fort niet te hebben gezien, dat is zoiets als in Parijs zijn en niet de Eiffeltoren zien, toch?
Onderweg genoot ik van prachtige doorkijkjes.
Ik weet niet wat ik precies verwacht had van Fort Sanderbout, maar niet dit. Ik was op de plaats van bestemming aangekomen met opnieuw een tekstbordje: "Joodse begraafplaats. Rechts ligt Fort Sanderbout, het enige bolwerk dat nog over is van de vroegere vesting. Het fort heeft alle sloopplannen overleefd, omdat boven op het fort een Joodse begraafplaats lag. De grond boven Fort Sanderbout werd na de verwoesting van 1677, toen Sittard als vestingstad werd opgegeven en 'open stad' werd, kort na 1700 aangewezen als begraafplaats voor de groeiende joodse gemeenschap. Dit bleef zo tot 1840, toen zij een gedeelte van de nieuwe algemene begraafplaats kregen toegewezen. De Joodse begraafplaats op Fort Sanderbout werd in 1955 met toestemming van het Rabbinaat om nooit opgeklaarde redenen en tegen alle joodse regels in geruimd."
Ik zag wel een trap.
Deze bracht mij naar de restanten van Fort Sanderbout. Het deurtje links leidt wel ergens naar toe.
Terug de trap op, naar de stadsomwalling. Aan het eind van de stadsomwalling de straat overgestoken naar
Door dit leuke straatje,
waar ik onderweg dit bordje tegenkwam, maar deze tuin, zag hem niet zo snel, gelaten voor wat hij was.
Om mijn straatje verder te vervolgen.
Om uiteindelijk in de buurt te zijn waar manlief mij in de ochtend had afgezet.
Met dit verschil, nu niet de winkelstraat in
maar dit schattige straatje.
Langs de pluktuin
en nee, ik ben niet in Duitsland.
Om via een plein, vol met terrassen, terecht te komen bij deze kerk. En opnieuw weer een bordje met de volgende tekst: "Michiels- of Paterskerk. De prachtige Paterskerk is gewijd aan Sint-Michiel, de aartsengel die de duivelse draak van de Reformatie moest verslaan, en heet daarom ook wel de Michielskerk. Boven de ingang toont een nisbeeld dit indrukwekkende verhaal. De Dominicanen bouwden deze kerk en wijdden deze in 1668 in. Bewonder de fraaie voorgevel die een typisch voorbeeld is van Zuid-Nederlandse barok, die ook te zien is bij de Augustijnen- en de Jezuïetenkerken in Maastricht en kerken in steden zoals Luik, Leuven, Brussel en Antwerpen. Het leeuwtje naast de ingang is een knipoog naar de ontsnapte circusleeuw die ooit een kerkdienst verstoorde. Maar het meest opmerkelijke is het reliëf in de topgevel waar Dominicus de rozenkrans ontvangt van Maria, waarbij de hond ernaar verwijst dat de Dominicanen in het Latijn ook wel 'Domini canes' worden genoemd, oftewel "Honden van de Heer."
En hier de leeuw die zomaar een kerkdienst durfde te verstoren.
En zo ziet de kerk er van binnen uit.
Om uiteindelijk via dit plein,
en deze straat
uit te komen wat ik in eerste instantie zag als een boom, om later tot de ontdekking te komen dat er hoofden op zitten.