Tracy Y. Browning
Ik pak de draad van Tracy Browning's verhaal op bij het kopje struikelblok in het boek 'Stay thou nearby'. Ze vertelt in dit stukje dat ze in de jaren negentig, toen ze zestien was, lid werd van de kerk. In de instructie die ze zowel van de zendelingen als van andere kerkleden ontving over het herstelde evangelie van Jezus Christus was niets dat ging over de geschiedenis van de kerk. Niet dat ze denkt dat iemand dit bewust voor haar achter hield. "Eerder, zoals ze zelf zegt, omdat het een ongemakkelijk onderdeel is van de geschiedenis van de kerk, en eerlijk gezegd denk ik dat de meeste mensen er liever niet over praten, dus doen ze het niet - tenzij ze vinden dat het absoluut noodzakelijk is." Zelf vind ze dat we deze informatie niet voor elkaar verborgen horen te houden.
Kijkend naar mijn eigen geschiedenis ook aan ons werd deze informatie onthouden toen wij lid werden van de kerk. Met dit verschil dat zuster Browning lid werd van de kerk na 1978, dus na opheffing van de restrictie; wij er voor. Na een jaar lid te zijn van de kerk had mijn moeder het over hoe fijn het zou zijn dat mijn broer in de toekomst ook op zending zou kunnen gaan. Ze kreeg toen te horen dat hij uitgesloten was van het priesterschap en dat mijn broer en ik ook niet de zegeningen van de tempel konden ontvangen en waarom niet. Tracy Browning zegt over dit soort situaties dat "geen enkele door de mens gemaakte verklaring de pijn ervan kan verlichten en het als netjes kan laten overkomen".
"In onze pogingen, ik citeer haar hier opnieuw, om Gods kinderen tot zijn evangelie en zijn kerk te vergaderen moeten we ervoor zorgen dat onze inspanningen die onschuldig bedoeld zijn om anderen te helpen bij het navigeren door moeilijke onderwerpen, we zelf geen struikelblokken worden door onze eigen maaksels". En dan, ik herken me in haar woorden, heeft ze het over dat ze zich "soms door de zondagse bijeenkomsten heen geworsteld heeft waar ideeën, houdingen en leringen over ras en/of het priesterschap en de tempelbeperkingen, die de kerk en haar leiders al lang hadden verlaten, werden gedeeld". Daarom juist, alleen al om die reden, vind ik dat dit onderwerp niet onbesproken kan en mag blijven.
Toch is het kopje 'struikelblok' maar klein in verhouding tot het kopje 'de boom des levens'. Ze heeft in haar verhaal deze geschiedenis zelfs opgesplitst in vijf onderdelen, waarvan 'Go TROUGH the mist' één ervan is. Voor haar heeft het verhaal alles te maken met "voortdurend vasthoudende aan de roede van ijzer, totdat zij tevoorschijn kwamen en neervielen en van de vrucht van de boom namen", 1 Nephi 8:30.
In mijn vorig logje vertelde ik dat Tracy Browning ouderling Dallin H. Oaks aanhaalde in haar verhaal. Het gaat om wat ouderling Oaks had gezegd tijdens de "Be One" celebration: "Ik zag de pijn en frustratie die mensen ervoeren die onder deze beperkingen leden, en degenen die ze bekritiseerden en naar redenen zochten. Ik bestudeerde de redenen die toen werden gegeven en kon geen bevestiging van de waarheid van een van hen voelen. Als onderdeel van mijn gebedsvolle studie leerde ik dat de Heer over het algemeen zelden redenen geeft voor de geboden en aanwijzingen die Hij aan zijn dienaren geeft. Ik besloot loyaal te zijn aan onze profetische leiders en te bidden - zoals beloofd vanaf het begin van deze beperking - dat de dag zou komen dat iedereen de zegeningen van het priesterschap en de tempel zou genieten.
Zuster Browning zegt het volgende over deze woorden van ouderling Oaks: "Onze individuele ervaringen en gevoelens als we overwegen hoe we door die mist heen kunnen gaan, kunnen anders zijn. Ik heb waardering en overeenkomsten met mijn eigen ervaring opgedaan toen ik las over president Dallin H. Oaks' proces van gebedsvolle studie van de speculatieve redenen voor het priesterschap en de tempelbeperkingen. Hij zei: Ik bestudeerde de redenen die toen werden gegeven en kon geen bevestiging voelen van de waarheid van een van hen. Toen ik op dezelfde manier kerkmateriaal en historische documenten over de beperking van het priesterschap en de tempel bestudeerde, had ik niet het gevoel dat de Geest de waarheid over wat er in detail stond bevestigde. Wat in feite consequent in mijn gedachten werd geplaatst en vervolgens bevestigd, opnieuw bevestigd en opnieuw bevestigd, waren de evangelie waarheden die mij in de eerste jaren van mijn discipelschap werden onderwezen. Namelijk dat 'allen voor God gelijk zijn' (2 Nephi 26:33) en dat 'de waarde van (mijn ziel) groot is in de ogen van God' (LV 18:10). Dat 'er geen grotere gave is dan de gave van heil' (LV 6;13) en dat God die vrijelijk aanbiedt (zie 2 Nephi 2:4). Dat ik alles kon hebben wat onze hemelse Vader en onze Heiland Jezus Christus hadden (zie LV 132:19,20). En het nam me mee door de mist."
Tot slot zegt ze "Toen ik zestien jaar oud was, vertelde God me dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zijn kerk is. Dat het Boek van Mormon zijn woord is. Dat profeten en apostelen nog steeds leefden en Zijn werk leiden. En Hij vertelde me dat de melanine in mijn huid, of de huid van mijn kinderen, of de huid van mijn voorouders, deze waarheden nooit zou veranderen. Zelfs een ongemakkelijk deel van de geschiedenis van de kerk kan er niets aan veranderen. Het evangelie van Jezus Christus is niet racistisch en Hij staat aan het hoofd van zijn kerk. Hij begrijpt dat de klim schrijnend kan zijn. Maar kijk naar beneden en zie waar je hand is."
Tracy Y. Browning
Afbeelding: Pixabay