maandag 15 december 2025

2. Racisme, heden of verleden

 

"De kerkleiders in deze tijd 
veroordelen elke vorm van racisme 
in het heden of verleden."


Eigenlijk komt het erop neer dat ik opnieuw mijn tent heb opgeslagen, maar nu bij de uitspraak "de kerkleiders in deze tijd veroordelen elke vorm van racisme in het heden of verleden". Dat wil niet zeggen dat ik mijn reis door de Leer en Verbonden al heb afgerond. Integendeel, want waar ik het over wil gaan hebben heeft te maken met deze twee zinnen uit de Officiële Verklaring 2: "Ook blijkt uit de geschiedenis van de kerk dat de kerkleiders al vroeg ophielden met het verlenen van het priesterschap aan zwarte mannen van Afrikaanse afkomst. De kerk verslagen bieden geen helder inzicht in de oorsprong van dit gebruik"



In mijn deel 1 over racisme in heden en verleden heb ik stil gestaan bij de woorden in bovenstaande afbeelding. Opnieuw geef ik aandacht aan deze woorden, alleen dit keer gezien door een meer kerkelijke bril, wat onder andere blijkt uit dit voorbeeld: "Vaak denken we dat het gevolg van bekering louter de reiniging van zonde is, maar dat is een onvolledige kijk op de zaak. Iemand die zondigt is als een boom die gemakkelijk buigt in de wind. Op een winderige en regenachtige dag buigt de boom zo ver door dat de bladeren de grond raken en besmeurd worden met modder, ofwel met zonde. Als we ons richten op de reiniging van de bladeren, zal de zwakheid in de boom, waardoor die doorboog en de bladeren bevuilde, blijven bestaan. Zo zal iemand die slechts spijt heeft van de zonde, weer zondigen bij de volgende sterke wind. Pas als de boom sterker is geworden, zal herhaling tot het verleden behoren". 

Bovenstaand voorbeeld komt uit een toespraak van, toen nog, ouderling Dallin H. Oaks. Voordat ik uitleg geef waarom ik dit voorbeeld gebruik wil ik eerst terug gaan naar een andere toespraak van ouderling Oaks die hij tijdens de algemene conferentie van oktober 2020 gaf. Deze toespraak is trouwens ook interessant om te lezen in verband met Leer en Verbonden 134, de afdeling die gaat over wetten en overheden. "De grondwet en andere wetten sporen niet aan tot revolutie of anarchie. We moeten allemaal - politie, demonstranten, voorstanders en toeschouwers - de limieten van onze rechten begrijpen, en het belang van onze plichten om binnen de bestaande wetsgrenzen te blijven". 

In deze toespraak, en dat is de reden dat ik hem aanhaal, heeft president Oaks het ook over racisme in het heden en verleden. Ouderling Oaks: "Dit land zou beter in staat moeten zijn om racisme uit te roeien, niet alleen tegen zwarte Amerikanen, die het meest zichtbaar waren in de recente protesten, maar ook tegen latino's, Aziaten en andere groepen. Dit land kent geen gelukkig verleden wat racisme betreft, en we moeten ons beteren". 

Bij dit ongelukkige verleden, de stam, daar wil ik uiteindelijk bij stil staan. Voorafgaand, ik citeer nog steeds uit deze toespraak, zegt president ook nog "dat alle mensen geliefde kinderen van God zijn". "En er is onrecht geweest. In het openbare leven en in onze persoonlijke opvattingen hebben we racisme en daarmee gepaard gaande grieven gehad. In een aangrijpend persoonlijke verhandeling heeft eerwaarde Theresa A. Dear van de National Association for the Advancement of Colored People (NAACP) ons erop gewezen dat racisme gedijt waar sprake is van haat, verdrukking, samenspanning, passiviteit, onverschilligheid en zwijgzaamheid. We moeten als burgers en leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen meer doen om racisme uit te bannen"



In het AI-overzicht wordt gezegd dat racisme bestrijden vrijwel onmogelijk is zonder bewustwording, omdat bewustwording de basis vormt om de oorzaken te herkennen en aan te pakken. Tevens wordt er gezegd "je kunt racisme niet bestrijden met alleen symptoombestrijding". Voor mij is symptoombestrijding "als we ons richten op de reiniging van de bladeren, zal de zwakheid in de boom, waardoor die doorboog en de bladeren bevuilde, blijven bestaan". Interessant vind ik dat als het gaat om oorzaken herkennen onder andere onwetendheid als voorbeeld wordt gegeven. Wat eigenlijk heel logisch is. Want door onwetenheid kunnen we onbedoeld iets raciaals in stand houden. En zo werkt deze onwetendheid in het raciale verleden door in het heden. Echter, als we ons richten op de stam, wat inhoudt dat je terug gaat naar het verleden, en die onwetendheid doorbreekt, de boom zo sterker wordt dat herhaling ervan tot het verleden zal gaan behoren. Vandaar ook dat racisme en bewustwording hand in hand gaan.




Het opschrift van Officiële Verklaring 2 vind ik zelf een prachtig voorbeeld van bewustwording, en daardoor ook van hoe belangrijk deze stam is. Het heeft zelfs geleid tot aanpassingen in de Schriften. Ik heb hier al eerder over geschreven. In dit logje heb ik het over wortels en blaadjes, maar het komt op hetzelfde neer. Ik schreef toen, en dit geeft al aan hoe belangrijk het doorbreken van onwetendheid is, "dat begin twintigste eeuw Able's status als zwarte priesterschapsdrager grotendeels in vergetelheid raakte. Historici herontdekten later het verhaal van Able's ordening tot het priesterschap, zijn geloof in het herstelde evangelie en zijn werk als vroege zendeling". Vandaar die aanpassing in onze Schriften, en dat was niet de enige verandering. In deze periode (2013) kwam de kerk ook met de evangelieverhandeling Ras en het priesterschap, ondertussen meer dan tien jaar geleden, en, ik spreek uit eigen ervaring, niet iedereen was, en misschien nu nog steeds niet, hiervan op de hoogte. 



Hieruit blijkt ook het belang van verslagen. In dit logje over het belang van verslagen citeer ik ouderling Marlin K. Jensen, voormalig kerkhistoricus en -griffier van de kerk die zegt "Iemand heeft eens gezegd dat een volk niet grootser kan zijn dan zijn verhalen". Natuurlijk denk ik bij deze woorden ook aan Mpho Tutu van Furth die zei dat de reis begint met het vertellen van je verhaal, het Zuid-Afrikaanse pad, maar ook aan mijn eigen verhaal. Of gaat deze opmerking van ouderling Jensen alleen maar op voor witte verhalen? Ik ga niet verder in op dit logje. Wel wil ik opnieuw deze woorden herhalen, waar ik mijn logje van toen mee eindigde: 

"Het is moeilijk,
zo niet onmogelijk,
om te onthouden wie je bent,
totdat je weet wie je bent."
Kyle S. McKay, kerkhistoricus en -griffier

donderdag 11 december 2025

1. Racisme, heden of verleden


"De kerkleiders in deze tijd 
veroordelen elke vorm van racisme 
in het heden of verleden."





Op weg naar Officiële Verklaring 2 kwam ik langs afdeling 134 uit de Leer en Verbonden en besloot ik mijn tent daar op te slaan. Terwijl ik daar was, heb ik een aantal stukjes geschreven, uiteindelijk vijf, die allen op de een of andere manier te maken hadden met deze afdeling en dat het "niet juist is dat enig mens andermans slaaf is". Zoals jullie aan de titel van dit stukje, "Racisme, heden of verleden", kunnen zien ben ik weer op pad. Dit betekent echter nog niet dat ik al klaar ben met het onderwerp slavernij. 

Voor degenen die het nog niet weten, ik sta met twee verschillende benen in de slavernij, wat komt door mijn eigen familiegeschiedenis. Aan de ene kant is daar mijn zwarte vader. Door hem heb ik een wit/zwarte geschiedenis van slaaf en niet-slaaf. Aan de andere kant staat mijn moeder, wit, de kerk en de woorden "ik geloof in slavernij". Ik schreef toen nog in dat logje dat mijn witte voetje voor een groot deel mijn leven bepaalde. Het zwarte voetje maakt en zorgt ervoor, gezien mijn gebrek aan kennis, dat ik aan het begin van mijn reis sta. Maar nu al, ondanks het feit dat ik nog maar een beginneling ben, is mijn wereld groter en rijker geworden. Ik hoop nog een heleboel pagina's aan mijn verhaal te kunnen toevoegen. 

Ondertussen heb ik de nodige pagina's aan mijn verhaal toegevoegd. In al de verhalen die ik de afgelopen tijd heb gedeeld was er weinig aandacht voor de geschiedenis van dat zwarte voetje en dat zal volgend jaar, wanneer ik door het Oude Testament reis, het laatste hoofdstuk van mijn verhaal, waarschijnlijk niet anders zijn. Ondanks dat ik mijzelf, als het gaat om het zwarte voetje, nog steeds een beginneling noem qua kennis, ben ik ondertussen wel steeds meer een overlap gaan zien tussen het witte en het zwarte voetje. En ben ik gaan beseffen hoe gekleurd ik zelf ben door mijn opvoeding, zonder dat ik dat in eerste instantie zelf door had. Dit is daar een voorbeeld van, net zoals rassenwaan dat ook is. Onze hemelse Vader mag dan wel een kleurenblindbril dragen, daarmee bedoel ik niet dat Hij geen kleuren ziet, want Hij houdt van diversiteit, maar Hij schiep niet de daarmee gepaard gaande discriminatie.

In het logje 'dat ik het niet zelf door had' haal ik ook onze oud premier Rutte aan, die toen namens de Nederlandse Staat excuses aanbood voor het slavernijverleden. Hij zei het volgende over het ondergaan van een verandering van denken: "Ik dacht lange tijd dat het niet goed mogelijk was om op een betekenisvolle manier verantwoordelijkheid te nemen. Lange tijd dacht ik dus eigenlijk: het slavernijverleden is geschiedenis dat achter ons ligt, maar ik had het mis. Eeuwen van onderdrukking en uitbuiting werken uit in het hier en nu". 

In deze toespraak van premier Rutte wordt ook gesproken over bewustwording en racisme. Toen ik googlede op 'of je racisme zonder bewustwording kunt bestrijden' kreeg ik dit als antwoord: 



Racisme bestrijden is vrijwel onmogelijk zonder bewustwording. Deze twee gaan hand in hand. Degenen die er niet in slagen van de geschiedenis te leren zijn gedoemd deze te herhalen.

Andere woorden voor bewustwording zijn bijvoorbeeld erkenning, inzicht en erkentenis. Woorden die ik in verband breng met een lezing, De reis begint met het vertellen van je verhaal van Mpho Tutu van Furth, die ik iets meer dan twee jaar geleden heb bijgewoond. De woorden die zij sprak, die trouwens op iedereen van toepassing kunnen zijn, waren voor mij de aanzet om mijn eigen verhaal te vertellen. Later kwam daar nog het woord benoemen bij, waardoor ik steeds meer een overlap begon te zien. Niet alleen dat, ook te ervaren, als was het alleen maar door de woorden 'laat het verleden rusten'.   

Echter, zoals we ook kunnen lezen, is bewustwording vrijwel onmogelijk als je ook niet stil staat bij de oorzaken (vooroordelen, onwetendheid en institutionele structuren). 
Vooroordelen en onwetenheid, daar had ik niet direct een woordenboek bij nodig. Wat er precies bedoeld wordt met institutionele structuren wel. En, nog zo'n vraag, kan ik die institutionele structuren ook terug zien in mijn witte voetje? In hoeverre is daar een overlap?

En wat bedoelen kerkleiders nu met dat ze zowel racisme in het heden als in het verleden veroordelen? Wat is racisme? Ik kwam er achter dat het antwoord, wat racisme nu is, afhankelijk is van wie je het vraagt, "omdat je er vanuit verschillende disciplines naar kunt kijken zoals de psychologie, sociologie, filosofie en dat het in de praktijk niet alleen om huidskleur en andere fysieke kenmerken gaat, maar ook om zaken als taal, kleding en religieuze praktijken". Echter, en dat maakt het weer behapbaar, ze zeiden ook dat racisme werken aan gelijke kansen en een inclusieve samenleving in de weg staat. Deze opmerking gaat over burgerschap. Is de kerk in wezen niet een samenleving in het klein? In hoeverre, gezien mijn eigen geschiedenis, kan ik dan mijn ogen sluiten voor het feit dat ik zeker overeenkomsten zie tussen het slavernijverleden, mijn zwarte voetje en de restrictieperiode, mijn witte voetje. Zoals bijvoorbeeld Kain en die 'vervloekte' Cham en deze woorden uit de evangelieverhandeling "deze beperking werd gerechtvaardigd door de gangbare ideeën over de minderwaardigheid van sommige rassen". Ondanks dat koop ik altijd "allen-zijn-gelijk-voor-God" schoenen. Al heb je natuurlijk altijd uitzonderingen.  
 


maandag 8 december 2025

5. Het is niet juist dat enig mens andermans slaaf is


"En nu verlang ik dat deze ongelijkheid niet meer voorkomt in dit land,
in het bijzonder onder dit, mijn volk;
ik verlang juist dat dit land een land van vrijheid is,
en dat ieder mens zijn rechten en voorrechten in gelijke mate zal kunnen genieten..."
Mos 29:32

Hier spreekt een koning en geestelijk leider zijn verlangen uit over hoe hij hoopt dat het land een land van vrijheid zal zijn, en dat ieder mens zijn rechten en voorrechten in gelijke mate zal kunnen genieten. De reactie van het volk is dit: "Daarom lieten zij hun verlangen naar een koning varen en begonnen er buitengewoon naar te verlangen dat eenieder in het gehele land gelijke kansen zou hebben; ja, en eenieder verklaarde zich bereid de verantwoording op zich te nemen voor zijn eigen zonden". 

"overeenkomstig de wetten en grondwet van het volk,
die ik tot stand heb laten brengen, en die moeten worden gehandhaafd
omwille van de rechten en bescherming van alle vlees,
opdat eenieder op de dag van het oordeel
rekenschap verschuldigd zal zijn van zijn eigen zonden.
Daarom is het niet juist dat enig mens andermans slaaf is."
LV 101:76-79

Dit is niet de eerste keer dat ik het heb over koning Mosiah in relatie tot Leer en Verbonden 134 en slavernij. Ik zei toen ook dat ik daar toch nog een vraagteken bij zette. In bovenstaand vers wordt gesproken over wetten en de grondwet en dat de Heer hier zegt dat hij die tot stand heeft gebracht, wat je ook terug ziet in de Onafhankelijkheidsverklaring. "De Onafhankelijkheidsverklaring bevestigde het geloof en vertrouwen van de Founding Fathers in God met de volgende woorden: Wij houden deze waarheden voor vanzelfsprekend; dat alle mensen gelijk zijn geschapen, dat zij door hun Schepper begiftigd zijn met bepaalde onvervreemdbare rechten, waaronder het leven, de vrijheid en het nastreven van geluk". 

Het kan dan wel zo zijn dat alle mensen gelijk geschapen waren, dat betekende niet automatisch dat ze daarmee raciaal gelijk waren. In de evangelieverhandeling Ras en het priesterschap lezen we daarover het volgende: "In 1790 verklaarde het Congres van de Verenigde Staten dat alleen vrije blanken burgerrechten genoten. In 1857 verklaarde het Amerikaanse hooggerechtshof dat zwarten geen rechten bezaten die de witte diende te respecteren. Zo'n dertig jaar nadat de burgeroorlog een einde maakte aan slavernij, besliste het hooggerechtshof van de Verenigde Staten dat gescheiden maar gelijkwaardige faciliteiten voor zwarten en witten grondwettelijk waren. Deze beslissing leidde tot heel wat rassenscheiding tot het hof ze in 1954 herriep. Pas in 1967 werden wetten tegen gemengde huwelijken door het gerechtshof herroepen".

In de evangelieverhandeling Ras en het priesterschap lezen we "dat de kerk werd opgericht in de Verenigde Staten in 1830, toen rassenscheiding hoogtij vierde. Veel mensen van Afrikaanse afkomst leefden in slavernij, en rassenscheiding en vooroordelen waren de norm bij witte Amerikanen. Deze denkwijze lijkt nu vreemd en verontrustend, maar toen werden alle aspecten van het leven, met inbegrip van religie, hierdoor beïnvloed". 

"Mildred Loving, een zwarte vrouw, en Richard Loving, een witte man trouwden toen er in Amerika in een aantal staten nog sprake was van een verbod op raciaal gemengd huwelijk. Het leverde Richard een jaar gevangenisstraf op in de staat Virginia, en verbanning. De Lovings lieten het er niet bij zitten dat ze met hun gezin niet in de staat van hun keuze konden wonen, ver weg van familie en vrienden. Gesteund door Robert Kennedy spanden ze een proces aan bij het Supreme Court tegen de staat Virginia. Op 12 juni 1967 kwam de verlossende uitspraak van het Hoogggerechtshof waarin interraciale huwelijksverboden in Amerika ongrondwettig werden verklaard". 

'Race mixing' was niet alleen een ding in de maatschappij, het speelde ook een rol in de kerk. Vandaar dat we in de evangelieverhandeling Ras en priesterschap kunnen lezen dat "Vandaag verwerpt de kerk de theorieën die men in het verleden aanhaalde:...huwelijken tussen verschillende rassen zijn zondig". 

Mijn ouders


Jaren '50


Wat betreft de opmerking "alle aspecten van het leven, met inbegrip van religie, werden hierdoor beïnvloed. Ook het leven van ons gezin, wij werden lid van de kerk in de restrictie periode, is door deze raciale ongelijkheid, al dan niet subtiel, beïnvloed. Al dacht men in de tijd dat mijn ouders trouwden, bij een gemengd huwelijk eerder aan een huwelijk met een anders gelovige. Als het wel ging om ras of etniciteit werd dit als sociaal minder gezien. In de kerk werd dit echter als zondig gezien zoals we dat in de evangelieverhandeling Ras en het priesterschap kunnen lezen. Manlief en ik zijn getrouwd na de de openbaring op het priesterschap. Op ons huwelijk lag geen beperking, maar we zijn beiden wel met dit gedachtegoed grootgebracht. En ook dit is een onderdeel van 'Vertel je verhaal'. Voor stellen van voor de restrictie periode tijd, nog even los van de restrictie in het algemeen, lag het allemaal net even anders zoals blijkt uit het verhaal van Marcus, de zoon van de eerste algemene zwarte autoriteit in de kerk (zie Ensign, May 1990, Elder Helvécio Martines of the Seventy): die verloofd was met een kerklid die geen zwarte Afrikaanse voorouders had: "Hoewel ze er tevreden mee was te vertrouwen op de belofte dat alle zegeningen ooit voor alle leden beschikbaar zouden zijn, was het vooruitzicht om geen tempelhuwelijk te hebben pijnlijk". 

Deze week staat onze leesopdracht in het teken van Officiële Verklaring 2. In deze les kunnen we lezen "Eeuwige waarheid veranderd niet, hoewel ons begrip ervan wel verandert. En soms werpt openbaring meer licht op waarheid". Dit doet mij denken aan de woorden van ouderling Bruce R. McConkie die hij zei na de openbaring op het priesterschap: "Vergeet alles wat ik heb gezegd of wat president Brigham Young, president George Q. Cannon of wie dan ook in het verleden heeft gezegd dat in strijd is met de huidige openbaring. We spraken met een beperkt begrip en zonder het licht en de kennis die nu in de wereld is gekomen". Gelukkig, en daarom leg ik zo de nadruk op de HOE van de herstelling, kwam daarover nog meer kennis die bijna vergeten was, wat leidde tot aanpassingen in opschriften en voetnoten van onze Schriften. 

Een andere reden waarom ik het belangrijk vind om mijn verhaal te delen is wat president Nelson zei, tijdens de algemene vrouwenbijeenkomst van oktober 2019 in zijn toespraak Geestelijke schatten, tegen de zusters: "Ik smeek u om alles wat u over priesterschapsmacht kunt vinden onder gebed te bestuderen. U kunt bijvoorbeeld beginnen met Leer en Verbonden 84 en 107. Die afdelingen zullen u naar andere teksten leiden. De Schriften en leringen van hedendaagse profeten, zieners en openbaarder staan vol van die leerstellingen". Hoe kan ik een dergelijke uitdaging aangaan, en dan ras negeren? Ouderling Packer heeft trouwens ook een toespraak gegeven over het priesterschap (Ensign, July 1989, A tribune to Women). Hij is echter niet zo bescheiden geweest als president Nelson. En waar president Nelson het heeft over twee afdelingen uit de Leer en Verbonden, heeft ouderling Packer het over zes afdelingen.  

Zoals ik al eerder zei in dit logje, je mag dan wel gelijk geschapen zijn, dat betekent nog niet dat je daarmee raciaal gelijk bent. Hieruit blijkt wel, ik ben nog steeds in de weer met Leer en Verbonden 134, dat niet iedereen hetzelfde dacht over de grondwet "waarvan de Heer gezegd heeft dat deze behoort aan de gehele mensheid (LV 98:5) en gehandhaafd moet worden voor de rechten en bescherming van alle vlees, overeenkomstig rechtvaardige en heilige beginselen (LV 101:77)". Ik denk dat deze woorden ook op gaan voor de Leer en Verbonden. "Omdat de Leer en Verbonden belangrijke beginselen en procedures betreffende het bestuur van de kerk onderwijst, vormt het de constitutionele basis van de kerk in de laatste dagen". Zelf geef ik de voorkeur aan deze woorden "Het begin en het einde van het evangelie staat in afdeling 2 van de Leer en Verbonden beschreven. Het is de sluitsteen van die prachtige boog van het evangelie. Als die steen zwak zou worden en er uit zou vallen, dan zou het gehele bouwsel van het evangelie in allemaal losse blokken uit elkaar vallen". Daarin zie ik ook een parallel met de Fouding Fathers, met dit verschil dat het nu gaat om de Fathers en de aan hen gedane beloften.

In de evangelieverhandeling Ras en het priesterschap kunnen we ook lezen dat "tegen het einde van zijn leven de stichter van de kerk, Joseph Smith, zich openlijk tegen slavernij verzette". In het artikel Joseph Smith: Campaign for President of the United States kunnen we  niet alleen lezen waarom Joseph Smith zich kandidaat stelde, we lezen hierin ook over zijn plannen wat betreft de afschaffing van de slavernij. "De afschaffing van de slavernij was een ander belangrijk onderdeel van zijn platform. Hij schreef in General Smith's views: De onafhankelijkheidsverklaring beschouwt deze waarheden als vanzelfsprekend: dat alle mensen gelijk geschapen zijn; die door hun Schepper begiftigd zijn met bepaalde onvervreemdbare rechten; dat hiertoe behoren het recht op leven, vrijheid en het nastreven van geluk; maar tegelijkertijd worden zo'n twee of drie miljoen mensen levenslang als slaaf vastgehouden, omdat hun geest bedekt is met een donkerdere huid. In plaats van simpelweg op te roepen tot de afschaffing van de slavernij, zou Joseph Smith's platform het Congres ertoe aanzetten iedereen een redelijke prijs voor zijn slaven te betalen uit de overtollige inkomsten die voortvloeiden uit de verkoop van openbare gronden en uit de inhouding van loon van Congresleden". Om zo, met deze inkomsten, "de vrijheid van tot slaaf gemaakte mannen en vrouwen te kopen". 

Of dit mijn laatste logje is over slavernij kan ik nog geen antwoord geven. Er is daar natuurlijk nog de opmerking van Brigham Young dat hij zegt dat hij gelooft in slavernij en de opmerking in de evangelieverhandeling "dat president Brigham Young in 1852 officieel verklaarde dat zwarte mannen van Afrikaanse afkomst niet langer tot priester geordend kunnen worden. Misschien dat er toch nog een deel 6 komt.

Toen ik een passende afbeelding zocht voor dit logje kwam ik er een van Paul Reeve tegen met de woorden: "Het raciale probleem van het mormonisme is een witheidsprobleem". In eerste instantie vond ik het best wel een confronterende uitspraak. Echter denkend aan de evangelieverhandeling Ras en het priesterschap, en wat daar in staat, vind ik die uitspraak van Paul Reeve helemaal niet zo gek. Neem nou deze opmerking: "De kerkleiders in deze tijd veroordelen elke vorm van racisme in het heden of verleden". Wat wordt er bedoeld met racisme uit het verleden? Heeft men het hier alleen over de maatschappij of ook over de kerk? Kunnen we wat er in 1852 en daarna gebeurde af doen als racisme? Omdat, zoals we ook kunnen lezen in deze evangelieverhandeling,  deze beperking werd gerechtvaardigd door de gangbare ideeën over de minderwaardigheid van sommige rassen. Ideeën die eerder waren gebruikt om de legalisatie van zwarte 'herendienst' in het Territorium Utah te propageren". Is racisme uiteindelijk niet dat je discrimineert op basis van herkomst, zoals die Afrikaan? Of die nakomelingen van Kaïn of Cham door God vervloekt met een donkere huid? Denkbeelden waarover we ook kunnen lezen in deze verhandeling. Of er wel of niet een deel zes komt over slavernij, dat doet er niet toe. Eén ding is zeker, ik ben nog niet uitgeschreven. 

Uitspraak betreffende afdeling 2: Doctrine and Covenants Student Manuel, Section 2

vrijdag 5 december 2025

4. Het is niet juist dat enig mens andermans slaaf is

 

Tijdens mijn wandeling door het Soepbos kwam ik een opmerking tegen die, zeker gezien het feit dat ik steeds terug kom op vers 12 van Leer en Verbonden 134, niet mag ontbreken in hetgeen wat ik er tot nu toe over heb geschreven. 

Earthly Governments and Laws: "Hoewel de kerk leert dat slavernij verkeerd is en in strijd met de fundamentele rechten van een individu, leerde de profeet Joseph Smith dat wanneer slavernij door een overheid wordt getolereerd, het niet de positie van de kerk is om te proberen die gevestigde orde omver te werpen: 'Het behoort de plicht van een ouderling te zijn, wanneer hij een huis binnenkomt, de heer des huizes te groeten, en als hij zijn toestemming krijgt mag hij prediken tot allen die in dat huis zijn; maar als hij zijn toestemming niet krijgt, mag hij niet naar zijn slaven of bedienden gaan maar laat de verantwoordelijkheid op het hoofd van de heer des huizes rusten, en de gevolgen daarvan, en de schuld van dat huis rust niet langer op hem. ...Maar als de heer des huizes toestemming geeft mag de ouderling prediken tot zijn gezin, zijn vrouw, zijn kinderen en zijn bedienden, zijn dienstknechten, zijn dienstmaagden en zijn slaven' (Geschiedenis van de Kerk, 2:263). In 1834, toen deze verklaring werd geschreven, werden de heiligen in Missouri er door hun vijanden vaak van beschuldigd de slavernij te willen afschaffen. Omdat Missouri als slavenstaat tot de Unie toetrad, zette deze vraag de inwoners van Missouri op scherp en droeg ongetwijfeld bij aan de geest van vervolging en geweld tegen de heiligen. Leer en Verbonden 134:12 was een antwoord op deze beschuldigingen".   


Ik vond meerdere dingen interessant, zoals jullie kunnen zien aan bovenstaande afbeelding, al  wil ik hier verder niet bij stil staan. Waar ik wel bij stil wil staan is de opmerking dat de kerk leert "dat slavernij verkeerd is en in strijd met de fundamentele rechten van de mens". Gaat daar in wezen Leer en Verbonden 134 niet over? En kun je deze afdeling los zien van Leer en Verbonden 101?

"En voorts zeg Ik tot u, hen die door hun vijanden zijn verdreven: 
Het is mijn wil dat zij blijven aandringen op schadeloosstelling en verlossing,
uit de handen van hen die als regeerder zijn gesteld en met gezag over u bekleed zijn -
overeenkomstig de wetten en grondwet van het volk, 
die Ik tot stand heb laten brengen, en die moeten worden gehandhaafd 
omwille van de rechten en bescherming van alle vlees,
overeenkomstig rechtvaardige en heilige beginselen;
opdat eenieder in leer en beginsel met betrekking tot de toekomst 
zal handelen volgens de morele keuzevrijheid die Ik hem heb gegeven,
opdat eenieder op de dag van het oordeel 
rekenschap verschuldigd zal zijn van zijn eigen zonden.
Daarom is het niet juist dat enig mens andermans slaaf is." 
LV 101:76-79

Over deze fundamentele rechten heeft Joseph Smith het volgende gezegd: "Als het is aangetoond dat ik bereid was te sterven voor een 'mormoon', durf ik voor de hemel te verklaren dat ik net zo bereid ben te sterven bij de verdediging van de rechten van een presbyteriaan, een baptist of een goed mens van welke denominatie dan ook; want hetzelfde principe dat de rechten van de heiligen der laatste dagen zou vertrappen, zou ook de rechten van de rooms-katholieken vertrappen, of van welke andere denominatie die impopulair en te zwak is om zichzelf te verdedigen. Het is de liefde voor vrijheid die mijn ziel inspireert - burgerlijke en godsdienstvrijheid voor de hele mensheid". 

In deel 3 had ik iets aangehaald dat uit de Doctrine and Covenants Student Manual kwam, wat ik zo heb overgenomen. In deze tekst wordt ouderling Quentin L. Cook aangehaald; woorden die komen uit zijn toespraak Religious Freedom and Fairness. Dat wat na ouderling Cook gezegd wordt komt uit de evangelieverhandeling Ras en het priesterschap. Bij deze verhandeling zal ik ook opnieuw stil staan, maar dan specifiek door de slavernij bril. 

In deze toespraak vertelt ouderling Cook dat hij een student rechten was aan de Standford University toen de Civil Rights Act van 1964 werd aangenomen en Dr. Martin Luther King  Jr. een held was in de ogen van hem en zijn klasgenoten. Ook vertelt hij in deze toespraak dat hij enkele preken van Dr. King van voor 1960 had herlezen. Ouderling Cook haalt dan specifiek één preek aan die hem bijzonder relevant lijkt voor onze tijd. En zoals jullie in mijn vorig logje konden lezen heeft hij het ook over de vervolgingen van de heiligen. Alleen dit is wat hij zegt voordat hij ingaat op die vervolgingen van de heiligen: "Voordat ik dat doe, wil ik ondubbelzinnig instemmen met wat Dr. Eugene Rivers en Dr. Kenneth Johnson schreven: De ervaring van zwarte Amerikanen als gevolg van slavernij is uniek en zonder analogie in de geschiedenis van de Verenigde Staten...Terwijl andere...groepen discriminatie en ontberingen hebben ervaren, is geen van hun ervaringen te vergelijken met de fysieke en culturele wreedheid van slavernij...Laat ik nogmaals zeggen dat ik de beproevingen van de heiligen der laatste dagen niet vergelijk met de afschuwelijke slavernij ervaring van Afro-Amerikanen. Maar het stelt ons wel in staat om godsdienstvrijheid vanuit een enigszins vergelijkbare invalshoek te bekijken. Vervolging leerde de vroege heiligen der laatste dagen hoe belangrijk het is om godsdienstvrijheid te beschermen en de waardigheid van ieder individu in zijn eigen keuzes te behouden."

In deze toespraak heeft hij het ook over de profeet Joseph Smith: "Een paar maanden voordat hij in 1844 door een menigte werd vermoord, leerde onze profeet Joseph Smith dat morele keuzevrijheid essentieel was voor ieder individu: God kan een mens niet redden of verdoemen alleen op basis van het principe dat ieder mens handelt, kiest en aanbidt voor zichzelf; vandaar het belang om elke geest van onverdraagzaamheid en intolerantie jegens iemands religieuze gevoelens, die geest die de aarde met bloed heeft doordrenkt, van ons af te stoten. In dezelfde preek verbond Joseph Smith het belang van godsdienstvrijheid met de waarde van elke menselijke ziel. De eerste wet van alles wat heilig is, zo leerde hij, was het onvervreemdbare recht van de mens om te denken zoals hij wil, en te aanbidden zoals hij wil. Als zodanig waren die grote en verheven principes van gelijke rechten en universele vrijheid voor alle mensen onmisbaar". 

In de evangelieverhandeling Ras en het priesterschap kunnen we lezen dat "tegen het einde van zijn leven kerkstichter Joseph Smith zich openlijk verzette tegen slavernij". Ouderling Cook zegt dit erover: "Correspondentie met de leidende presidentskandidaten van zijn tijd overtuigde Joseph Smith ervan dat er niet genoeg prioriteit werd gegeven aan godsdienstvrijheid en andere belangrijke vrijheden. Tegen het einde van zijn leven in 1844 lanceerde Joseph Smith zijn eigen presidentiële campagne op een platform dat oproepen omvatte tot godsdienstvrijheid voor iedereen, niet alleen voor mormonen; voor de vrijlating en rehabilitatie van talloze mannen die gevangen zaten vanwege schulden en kleine vergrijpen; en voor de emancipatie van slaven". 




dinsdag 2 december 2025

3. Het is niet juist dat enig mens andermans slaaf is


"Wij geloven dat het gerechtvaardigd is
om het evangelie tot alle volken van de aarde te prediken
en de rechtvaardigen te waarschuwen om zichzelf van het verderf van de wereld te redden;
wij geloven echter niet dat het juist is ons in te laten met lijfeigenen,
hun het evangelie te prediken of hen te dopen tegen de wil en wens van hun meester..."
LV134:12

De zin dat het niet juist is "om ons in te laten met slaven zonder toestemming van hun eigenaren" is een zin die, zoals jullie kunnen zien, mij dusdanig bezig houdt dat ik nu al voor de derde keer op rij het hier over heb. Vandaar dat ik nu al mijn tent heb opgeslagen in plaats van pas bij Officiële Verklaring 2, zoals ik in eerste instantie van plan was. 

In de Doctrine and Covenants Student Manual kunnen we het volgende lezen over dit vers, wat ik, ik wil nog weleens knippen en plakken, volledig heb overgenomen:
"In 1831 werd Missouri toegelaten tot de Verenigde Staten als slavenstaat, wat betekende dat de instelling van slavernij daar legaal was. Tijdens een conferentie over godsdienstvrijheid legde ouderling Quentin L. Cook van het Quorum der Twaalf Apostelen uit dat de heiligen in Missouri deels werden vervolgd vanwege hun anti-slavernijgeloof.
Ouderling Cook: "In Missouri in 1833 stonden onze waarden als Heiligen der Laatste Dagen in direct conflict met die van de kolonisten in Missouri, die niet tot ons geloof behoorden. Veel inwoners van Missouri beschouwden de Amerikaanse Indianen als een meedogenloze vijand en wilden hen uit het land verwijderen. Bovendien waren veel kolonisten in Missouri slavenhouders en voelden ze zich bedreigd door degenen die tegen slavernij waren. Daarentegen respecteerde onze leer de Amerikaanse Indianen en was het onze wens hen het evangelie van Jezus Christus te leren. Met betrekking tot slavernij zijn onze Schriften duidelijk dat niemand in slavernij aan een ander gebonden mag zijn. Onze relatief kleine groep vroege zwarte leden aanbad samen met witte leden. Andere kolonisten in Missouri voelden zich bedreigd toen grote aantallen Heiligen der Laatste Dagen, in navolging van de openbaringen van de Heer, naar Missouri verhuisden. Dit leidde tot immense conflicten en vervolging onder leden van de kerk". Tot zover ouderling Cook. Verder staat er "De Kerk werd opgericht in een tijdperk van grote rassenscheiding in de Verenigde Staten. In die tijd leefden veel mensen van Afrikaanse afkomst in slavernij, en raciale verschillen en vooroordelen waren niet alleen heel gewoon, maar zelfs gebruikelijk onder witte Amerikanen. Die realiteit, hoewel vandaag de dag onbekend en verontrustend, beïnvloedde alle aspecten van het leven van mensen, inclusief hun religie. Veel christelijke kerken uit die tijd waren bijvoorbeeld langs raciale lijnen gesegregeerd. Vanaf het begin van de kerk konden mensen van elk ras en elke etniciteit zich laten dopen en als lid worden opgenomen. Tegen het einde van zijn leven verzette kerkstichter Joseph Smith zich openlijk tegen slavernij". 

Ik denk dat het bovenstaande context geeft aan mijn woorden waarmee ik mijn vorig logje eindigde, dat aan de ene kant de kerk tegen slavernij was, en aan de andere kant de onmiddellijke afschaffing ervan, waar de abolitionisten voor stonden, afwees. In de hoop, zoals we kunnen lezen in vers 12, hiermee de vrede van iedere overheid, die toestaat dat mensen in lijfeigenschap gehouden worden, te bewaren.

"noch om ons met hen te bemoeien of hen in het minst te beïnvloeden,
waardoor zij ontevreden zouden worden met hun positie in dit leven
en mensenlevens in gevaar zouden worden gebracht;
wij geloven dat een dergelijke inmenging onwettig en onjuist is,
en gevaarlijk voor de vrede van iedere overheid 
die toestaat dat mensen in lijfeigenschap worden gehouden.
LV 134:12

Vandaar dat we in Slavery and Abolition kunnen lezen dat "de Heiligen halverwege de jaren dertig van de negentiende eeuw probeerden afstand te nemen van de controverse over de slavernij". 



Natuurlijk komt er nog een deel 4 wat ook te maken heeft met ons anti-slavernijgeloof, wat ik trouwens een prachtig woord vind. Er is echter één klein zinnetje in dit instituut artikel, waar ik zeker niet aan voorbij kan gaan, en dat is deze: "Vanaf het begin van de kerk konden mensen van elk ras en elke etniciteit zich laten dopen en als lid van de kerk worden opgenomen". "Wanneer wij ons laten dopen en bevestigen als lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, gaan we deel uitmaken van de familie van Abraham". Alleen al vanwege deze opmerking, wat ik zie als leer, als theorie, kijk ik al uit naar het Oude Testament. Alleen zo ver is het nog niet. Ik sta niet voor niets met mijn tentje op het Leer-en-Verbonden-134-veldje. 

Waar ik, tot slot, vanwege de woorden "Vanaf het begin van de kerk" nog bij wil stil staan is Officiële Verklaring 2. Kan ik de woorden "uit de geschiedenis van de kerk blijkt" los zien van de woorden waar ons Leer en Verbonden jaar mee begon, dat "God zijn kinderen in alle landen van de wereld lief heeft"? Praktijk en theorie.


"In het Boek van Mormon staat dat allen voor God gelijk zijn, 
zowel zwarte en witte, 
geknechte en vrije, man en vrouw.
Uit de geschiedenis van de kerk blijkt 
dat mensen uit alle rassen en etnische groepen 
in vele landen zich hebben laten dopen en getrouw aan de kerk zijn gebleven.
In de tijd van Joseph Smith 
is een klein aantal zwarte leden van de kerk tot het priesterschap geordend."
Officiële Verklaring 2

"In de tijd van Joseph Smith is een klein aantal zwarte mannelijke leden van de kerk tot het priesterschap geordend". In het boekje Let's talk about Race and Priesthood van historicus    W. Paul Reeve kunnen we het volgende lezen over deze opmerking, en over Elijah Able die één van die zwarte mannen was: “Elijah Able ontving binnen vier jaar na zijn doop het priesterschap en kreeg toegang tot alle tempelrituelen die toen beschikbaar waren. Tevens was hij een lid van het Derde Quorum van Zeventig en vervulde hij drie zendingen. Able's leven toont aan dat er geen raciale barrières waren als het gaat om ordening tot het priesterschap of tot toen bestaande tempelrituelen toen de herstelling begon. Andere zwarte mannen bekeerden zich in de eerste decennia van de herstelling maar niet allen werden tot het priesterschap geordend. Dat was echter niet uitzonderlijk. Niet alle witte mannen werden tot het priesterschap geordend. Het feit dat een paar zwarte mannen tot het priesterschap werden geordend, terwijl dat voor witte mannen niet het geval was, maakte het des opmerkelijker". 

W. Paul Reeve: “Naast de bekering van zwarte mensen in het Noorden het Zuiden, zowel vrijen als slaven, maakten leiders van de Heiligen der Laatste Dagen in hun verklaringen en daden duidelijk dat de boodschap van de herstelling inclusief was. Deze inclusieve visie werd echter niet altijd verwelkomd in een bredere Amerikaanse samenleving, die zo haar eigen problemen had rond ras, slavernij en vrijheid. In dit verband is het belangrijk te onthouden dat De Kerk van Jezus Christus werd geboren in een gespannen Amerikaanse raciale context. De Amerikaanse grondwet begon met drie belangrijke woorden 'Wij, het volk', maar de natie worstelde nog steeds met vragen wie de mensen als 'het volk' beschouwden". "En zo, al wandelend door het Soepjebos, en ik steeds meer bos begin te zien, ben ik weer daar waar ik begon, bij mijn tentje. 




vrijdag 28 november 2025

Tussendoortje

 

Broer van een andere moeder


Brother from another mother


"In dit oprechte eerbetoon 
blikt dominiee dr. Amos C. Brown 
- een voorrechter van de burgerrechtenbeweging
en een van de laatste nog levende leerlingen van dr. Martin Luther King Jr. -
terug op zijn vriendschap met president Nelson.
Samen stonden ze aan het hoofd van historische initiatieven tussen de NAACP en 
De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatse Dagen, 
waarbij ze geloven en gemeenschappen
verenigden die ooit van elkaar gescheiden waren."

woensdag 26 november 2025

2. Het is niet juist dat enig mens andermans slaaf is


"Wij geloven dat het gerechtvaardigd is
om het evangelie tot alle volken van de aarde te prediken
en de rechtvaardigen te waarschuwen om zichzelf van het verderf van de wereld te redden;
wij geloven echter niet dat het juist is ons in te laten met lijfeigenen,
hun het evangelie te prediken of hen te dopen tegen de wil en wens van hun meester..."
LV134:12

In eerste instantie was ik niet van plan om stil te staan bij afdeling 134, omdat ik het schema van ons 'Kom dan en volg Mij' lesboek volg, behalve als ik mijn tent opsla. En zelfs wanneer ik mijn tent opsla, weet ik van te voren niet voor hoeveel nachten ik moet boeken. 

Nadenkend over mijn door-de-bomen-het-bos-niet-meer-zien-gevoel in relatie tot afdeling 134, heb ik besloten om mijn tent eerder op te slaan en niet pas bij Officiële Verklaring 2. 
Ik gooi deze afdeling, 134, de afdelingen die nog volgen en de Officiële Verklaringen 1 en 2 op één grote hoop. Wat mij de komende weken een heleboel vrijheid van reizen geeft. 

Voordat ik mijzelf echter overgeef aan allerlei vrijheden kan ik niet voorbij gaan aan L&V 134:12, "dat het niet juist is dat enig mens andermans slaaf is". Zoals jullie weten, is het moeilijk voor mij om rechtstreeks ergens naar toe te gaan, zo ook dit keer. 

Tijdens mijn reis door het Boek van Mormon kwam ik een artikel tegen van Byron R. Merrill: Goverment by the Voice op the People: A Witness and a Warning. In dit artikel zegt Byron Merrill "dat God betrokken is bij aardse gelegenheden van mensen, en dat het getuigt van zijn liefde voor het volk". Het eerste wat hij zegt is dat "hoofdstuk 29 van het Boek van Mosiah inzicht biedt...Hoewel de boodschap van Mosiah 29 relevant is voor iedereen die dit heilige boek ontvangt, heeft deze bijzondere betekenis voor de mensen die deel uitmaken van de machtige natie onder de heidenen die volgens de profeet Nephi door de Heer op het oppervlak van dit land zou worden gevestigd". 

Koning Benjamin, een andere rechtvaardige koning uit het Boek van Mormon, heeft het over het kwaad van de slavernij.  Dit is wat koning Benjamin er over zegt: 

"noch dat u elkaar tot slaven zou maken...
ja, ik heb u niet toegestaan enigerlei kwaad te bedrijven..."
Mosiah 2:13

In dit hoofdstuk van Mosiah 2 maakt Koning Benjamin duidelijk dat een koning niet beter was dan iemand anders in de maatschappij en dat de echte Koning God is. Hij onderwees dat alle mensen stof zijn. "En ik, zelfs ik die u koning noemt ben niets beter dan u, want ook ik besta uit stof". We zijn allen gelijk voor God. In hoeverre kan ik deze woorden van koning Benjamin los zien van de woorden van koning Mosiah? 

En nu verlang ik dat deze ongelijkheid niet meer voorkomt in dit land,
in het bijzonder onder dit mijn volk
ik verlang juist dat dit land een land van vrijheid is,
en dat ieder mens 
zijn rechten en voorrechten in gelijke mate zal kunnen genieten,
voor zolang de Heer goeddunkt dat wij leven en het land erfelijk bezitten,
ja, zelfs voor zolang er nog iemand van ons nageslacht 
overblijft op het oppervlak van het land.
Mosiah 29:32

Het was koning Mosiah's verlangen dat Amerika een land van vrijheid zou zijn, wat echter niet betekende dat het een land zonder wet zou zijn. 

"Daarom, kies een rechter door de stem van dit volk, opdat u zult worden bestuurd 
volgens de wetten die u zijn gegeven door onze vaderen, die juist zijn,
en die hun werden gegeven door de hand van de Heer".
Mosiah 29:25

De hand van de Heer in aardse gelegenheden is een terugkerend thema. We zullen dat straks ook zien als we het Oude Testament gaan bestuderen. Echter waar het mij om gaat is dat koning Benjamin zich duidelijk uitspreekt tegen slavernij. En ook de Heer heeft zich wat dit betreft duidelijk uitgesproken: "Daarom is het niet juist dat enig mens andermans slaaf is, (LV 101:79). Bij "een land van vrijheid voor ieder mens dat zijn rechten en voorrechten in gelijke mate zal kunnen genieten" waar koning Mosiah het over heeft, daar zet ik, voor waar we het nu over hebben, de slavernij, nog even een vraagteken bij. 




De kerk heeft een artikel geschreven dat de naam Slavery and Abolition heeft meegekregen. In dit artikel kunnen we lezen dat "hoewel de meeste bekeerlingen uit de vroege heiligen der laatste dagen uit de noordelijke staten kwamen en tegen de slavernij waren, beïnvloedde de slavernij de geschiedenis van de kerk op een aantal manieren. In 1832 werden heiligen der laatste dagen die zich in Missouri hadden gevestigd, aangevallen door hun buren, die hen beschuldigden met 'onze slaven te hebben geknoeid en te hebben geprobeerd verdeeldheid te zaaien en opruiing onder hen te veroorzaken'. Die winter ontving Joseph Smith een openbaring dat er een oorlog zou uitbreken over de slavenkwestie en dat slaven in opstand zouden komen tegen hun meesters. Het jaar daarop vormden de zorgen, dat vrije zwarte heiligen zich in Missouri zouden verzamelen, de vonk die het geweld tegen de heiligen aanwakkerde en leidde tot verdrijving uit Jackson County". William Phelps had namelijk een artikel geschreven, Free people of Color, "dat die angst van de inwoners van Missouri nog verder had aangewakkerd". "Halverwege de jaren dertig van de negentiende eeuw probeerden de Heiligen afstand te nemen van de controverse over de slavernij. Zendelingen kregen de opdracht geen tot slaaf gemaakte mannen en vrouwen te onderwijzen zonder de toestemming van hun meesters".

"Op 17 augustus 1835, te midden van de pogingen van de heiligen om de overheid om hulp te vragen, presenteerden Oliver Cowdery en Sidney Rigdom een document 'Verklaring van Bestuur en Wet' aan de leden van de kerk in Kirtland, Ohio. De verklaring - nu Leer en Verbonden 134 - trachtte alle zorgen van de heiligen aan te pakken. Leden van de kerk aanvaarden de verklaring en namen deze op in de eerste editie van de Leer en Verbonden. In tegenstelling tot andere delen van dat boek waarin God zijn wil aan de heiligen openbaarde, bestond dit deel uit de heiligen die hun perspectief en geloofsovertuiging aan het grote publiek uitlegden. Het was hoogstwaarschijnlijk door Oliver Cowdery geschreven, aangezien hij over veel van de onderwerpen die erin aan bod kwam in recente hoofdartikelen in de krant had geschreven. Hoewel Joseph Smith in Michigan Territory was toen deze verklaring aan de kerk werd gepresenteerd, aanvaardde hij deze en verwees hij later in zijn toespraken en geschriften 
ernaar". 

In een artikel, BYUstudies, gaat men ook in op bovenstaande gebeurtenissen. Uiteraard wordt Leer en Verbonden 101:77-79 aangehaald. Wat ik echter interessant vind zijn de woorden dat "de kerk een pragmatisch standpunt in nam". "Pragmatisch betekent praktisch, doelgericht en nuttig, en richt zich op wat werkt in de praktijk in plaats van op strikte theorieën of idealen". 
De kerk was aan de ene kant tegen slavernij en aan de andere kant werd onmiddellijke afschaffing ervan, waar de abolitionisten voor stonden, afgewezen. In de hoop, zoals we kunnen lezen in vers 12, hiermee "de vrede van iedere overheid die toestaat dat mensen in lijfeigenschap worden gehouden" te bewaren. 


Afbeelding: Pixabay

maandag 24 november 2025

1. Het is niet juist dat enig mens andermans slaaf is

 

Nog even en mijn reis door de Leer en Verbonden zit er op aan de hand van het thema dat God  Zijn kinderen in alle landen van de wereld lief heeft. Misschien dat je dit niet meer specifiek weet, maar dit is de eerste regel uit de proclamatie over de herstelling. Deze proclamatie herdenkt dat de Vader en de Zoon in 1820 aan Joseph Smith zijn verschenen. Hieronder zie je een lesboek, met dit verschil dat ik hem in het Nederlands heb en digitaal. De eerste les uit dit lesboek stond in het teken van de proclamatie over de herstelling. 




Afgelopen week stond onze leesopdracht in het teken van onder andere Leer en Verbonden 134. Door deze afdeling moest ik terugdenken aan ons oude lesboek van de Leer en Verbonden en de woorden kerkgeschiedenis. Zoals je aan het kaft kunt zien zit het grote verschil tussen beide boeken niet in dat het woord 'kerkgeschiedenis' weggelaten is, maar dat de Heer zegt "Kom dan en volg Mij". Het grappige is echter, dat ik nu meer dan ooit bezig met kerkgeschiedenis. 




In al mijn jaren dat ik door de Schriften ben gegaan, ben ik altijd meer 'leerstelling emotioneel' bezig geweest dan 'leerstellig kerkgeschiedenis' gerelateerd. Op dit moment denk ik daardoor 'waar ben ik aan begonnen' toen ik besloot om door de Schriften te reizen en daar ook nog verslag van te doen. Ik voel mij op dit moment net als toen met president Nelson. Hij onderwees zoveel dat ik het niet meer kon bijbenen. Ik heb toen samenvattingen gemaak. In eerste instantie voor mijzelf, die later als soepjes op mijn blog terecht zijn gekomen. 

Dit soepjes gevoel van toen heb ik nu met Leer en Verbonden 134. Door wat ik al lezend over deze afdeling tegen kwam zag ik even door de bomen het bos niet meer. In het het licht van mijn jaarthema "dat God zijn kinderen in alle landen van de wereld liefheeft" begin ik met vers 12 uit deze afdeling. 

"Wij geloven dat het gerechtvaardigd is 
om het evangelie tot alle volken van de aarde te prediken 
en de rechtvaardigen te waarschuwen om zichzelf van het verderf van de wereld te redden;
wij geloven echter niet dat het juist is om ons in te laten met lijfeigenen
hun het evangelie te prediken of hen te dopen tegen de wil en wens van hun meester..."
LV 134:12

In dit vers wordt aan de ene kant gesproken over het evangelie aan alle volken van de aarde te prediken, dat een terugkerend thema in de Leer en Verbonden is. En aan de andere kant, als het gaat om slaven, dat niet te doen zonder toestemming van zijn eigenaar. 

Normaal gesproken, als ik ergens langer stil bij wil staan zoals met de Kirtland tempel, dan sla ik mijn tent op. Dat wil ik nu niet doen, maar zoals jullie kunnen zien heeft dit logje cijfer 1 gekregen, wat betekent dat er zeker één of meer delen zullen volgen. De informatie die ik heb, zie het als ingrediënten, zal ik zo tussendoor met jullie delen. Er een soepje van maken laat ik aan jullie over. Misschien dat ik één van die ingrediënten zelfs door laat lopen tot in het Oude Testament omdat ik opnieuw niet om die 'vervloekte' Cham heen kan. Daarnaast, in hoeverre kan ik Leer en Verbonden 134 los zien van afdeling 101. In beide afdelingen wordt gesproken over overheden en wetten. Hierbij denk ik aan deze verzen uit de Leer en Verbonden:

"En voorts zeg Ik tot u, hen die door hun vijanden zijn verdreven: 
Het is mijn wil dat zij blijven aandringen op schadeloosstelling en verlossing,
uit de handen van hen die als regeerder zijn gesteld en met gezag over u bekleed zijn -
overeenkomstig de wetten en grondwet van het volk, 
die Ik tot stand heb laten brengen, en die moeten gehandhaafd 
omwille van de rechten en bescherming van alle vlees,
overeenkomstig rechtvaardige en heilige beginselen;
opdat eenieder in leer en beginsel met betrekking tot de toekomst 
zal handelen volgens de morele keuzevrijheid die Ik hem heb gegeven,
opdat eenieder op de dag van het oordeel 
rekenschap verschuldigd zal zijn van zijn eigen zonden.
Daarom is het niet juist dat enig mens andermans slaaf is." 
LV 101:76-79