Afgelopen vrijdag werd voor het eerst in Dordrecht "een wandeling van drie kilometer georganiseerd langs onveilige en enge plekken in de stad". Dit in het kader van dat intimidatie op straat nog te vaak voor komt. Ik heb meegelopen. Eng werd het nooit, maar dat kwam doordat ik mee liep in een groep. Al denk ik, bij onderstaand straatje, voor mij de eerste keer dat ik hier kwam, dat ik het zelfs bij daglicht zou vermijden.
Uit onderzoek van het CBS blijkt dat twee op de drie vrouwen van 12 tot 25 jaar weleens is lastig gevallen op straat. Twee op de drie. Voor jongens en mannen ligt het gemiddelde op één op de drie. Met alle gevolgen van dien, zoals "angst, wantrouwen, depressie, stress, slaapproblemen, schaamte, onzekerheid over hun lichaam, maar bovenal ook angst voor de publieke ruimte". Iets, wat in onze stad, en wij zijn niet de enige stad met dit probleem, veelvuldig voorkomt en "nog te veel wordt gebagatelliseerd".
Straatintimidatie (gedrag wat plaats vindt in de publieke ruimte) aanpakken blijkt hard nodig te zijn, echter dit blijkt nog niet zo eenvoudig te zijn. "Rotterdam, Utrecht en en Arnhem zijn proefgemeenten en ook Dordrecht heeft zich aangemeld voor de uitbreiding van de landelijke pilot". Ik las dat verschillende gemeenten een aanpak van straatintimidatie hebben ontwikkeld om dit tegen te gaan. In dit plan van aanpak heeft men het over drie doelen. Het eerste doel richt zich op preventie en bewustzijn. Preventie door bijvoorbeeld naar een school te gaan en voorlichting te geven, wat men onlangs in Dordrecht heeft gedaan. Maar ook door ons, wij maken ook deel uit van die publieke ruimte, te laten voorlichten en ons ervan bewust te zijn dat dit niet alleen een groot probleem is, maar dat dit ook een probleem is van ons allen. En dan heb ik het nog niet gehad over waar onze wandeling begon. Want dit is 'slechts' een onderdeel ervan.
Info: AD Drechtsteden: Intimidatie op straat komt nog te vaak voor.