"...en Hij nodigt allen uit om tot Hem te komen en deel te hebben aan zijn goedheid;
en Hij verwerpt niemand die tot Hem komt,
zwarte en witte, geknechte en vrije, man en vrouw;
en Hij is de heidenen indachtig;
en allen zijn voor God gelijk,
zowel de Joden als de andere volken."
2 Nephi 26:33
Zo tussendoor liet ik jullie al weten dat ik op weg was naar de Kirtland tempel en dat ik daar mijn tent wou opslaan. Ik ben gearriveerd bij Leer en Verbonden 109 en 110, afdelingen die gaan over de Kirtland tempel. Ik weet nog niet hoeveel stukjes ik zal schrijven over deze afdelingen, voor nu heb ik in ieder geval twee nachten geboekt. Vandaag is dag één.
Mocht je het nog niet weten ik ben hier met een speciale reden. Ik schrijf namelijk over HOE de Heer zijn kerk door middel van Joseph Smith heeft hersteld, dat "allen gelijk zijn voor God". En dat het daardoor niet anders zo kan zijn dat je dit terug ziet in de theorie, in de leer van de Schriften. Vandaag wil ik echter ook stilstaan bij HOE dat in de praktijk er uit zag.
Het Kirtlandtempelveldje:
Vorige week deelde ik een uitspraak van president Russell M. Nelson die zei: Voorafgaand aan zijn kruisiging heeft de Heer Jezus Christus zijn kerk hersteld. En de Meester zond zijn discipelen uit onder alle volken om zijn evangelie te prediken". Tevens deelde ik een aantal verzen uit Leer en Verbonden 107, die spraken over zendingswerk "ten behoeve van de andere volken en van de Joden". Een terugkerend thema en opdracht in de Leer en Verbonden is "allen uit te nodigen tot Christus te komen". In het inwijdingsgebed van de Kirtlandtempel lezen wij hierover het volgende:
"En wij vragen U, heilige Vader, dat uw dienstknechten
gewapend met uw macht van dit huis zullen kunnen uitgaan,
en dat uw naam op hen zal rusten en uw heerlijkheid hen zal omringen
en uw engelen over hen zullen waken;
en dat zij vanuit deze plaats in waarheid
grote en heerlijke tijdingen naar de einden der aarde zullen brengen"
LV 109:22,23
De Heiligen "hadden de belofte gekregen dat ze in de Kirtlandtempel met macht zouden worden begiftigd. Die belofte kwam overeen met wat de Heiland in het Nieuwe Testament tegen zijn apostelen in Jeruzalem zei. Na zijn opstanding zei Hij dat ze niet mochten gaan prediken voordat ze waren begiftigd met kracht van omhoog. Twee maanden later, op 27 maart 1836, kwamen veel heiligen in de Kirtland tempel samen voor de inwijding. Ze luisterden naar Josephs inwijdingsgebed, waarin hij onze hemelse Vader vroeg om de Kirtlandtempel te aanvaarden als een plek waar de Heiland Zich aan zijn volk zou vertonen. Ze ondervonden geestelijke zegeningen bij de inwijding en in de daaropvolgende week. Ze vastten, namen van het avondmaal, wasten elkaars voeten en kregen visioenen. Ze voelden zich gesterkt om uit te gaan en het evangelie te prediken. Ze waren begiftigd met macht van omhoog". Eén van de heiligen die werd gewassen en gezalfd in de Kirtland tempel was Elijah Able, een zwarte Melchizedekse priesterschap drager.

Ook hij gaf gehoor aan de roep om het evangelie te delen met zijn naaste, wat hem naar New York en Canada bracht. Dat Elijah Able daar in de tempel aanwezig was laat zien "dat allen gelijk zijn voor God". Wat niet alleen de praktijk van de HOE van de herstelling laat zien, maar ook de theorie van de HOE van het herstelde evangelie. Dit is wat de Heer er zelf over zegt in het voorwoord op de Leer en Verbonden:
"want Ik ben geen aannemer des persoons,
de stem van de Heer is gericht tot de einden der aarde,
opdat allen die willen horen, mogen horen;
Ik, de Heer, ben gewillig deze dingen bekend te maken aan alle vlees"
LV 1:11,34,35
"Deze dingen bekend te maken aan alle vlees" heeft alles te maken met zendingswerk en de zending van de kerk, maar ook met de tempel. Dit is wat president Russell M. Nelson erover zei: "Iedere tempel is een symbool van ons geloof in God en een bewijs van ons geloof in een leven na de dood. De tempel is het doel van iedere activiteit, iedere les en iedere stap voorwaarts in de kerk. Al ons werk voor de verkondiging van het evangelie, de vervolmaking van de heiligen en de verlossing van de doden leiden naar de tempel. De tempelverordeningen zijn uitermate belangrijk. Zonder deze verordeningen kunnen we niet in Gods heerlijkheid terugkeren".
In zijn toespraak Verordeningen en verbonden zegt ouderling Neuenschwander ook iets over de zending van de kerk en in het verlengde daarvan de tempel: "zowel oude als moderne geschriften getuigen van de fundamentele leer dat Jezus Christus en zijn zoenoffer centraal staan in het heilsplan. Voor een Heilige der Laatste Dagen heeft de leer van verlossing, alleen in en door de naam van Jezus Christus, en de zending van de kerk om iedereen uit te nodigen tot Hem te komen, betrekking op allen die op deze aarde hebben geleefd of ooit zullen leven. Deze leer is van nature inclusief en sluit niemand uit of stelt vrij. Op de vraag hoe de kerk deze zending, om iedereen uit te nodigen tot Christus, vervult, antwoorden we allemaal snel: door het evangelie te verkondigen, de heiligen te vervolmaken en de doden te verlossen. In zijn toespraak gaat hij verder in op, waarom hij vindt dat we allemaal te snel zijn in ons antwoord als ons die vraag wordt gesteld.
Deze uitspraak van ouderling Neuenschwander en president Nelson, over de zending van de kerk, kan ik niet los zien afdeling 110 waar ik in deel 2, mijn tweede dag op het Kirtlandtempelveldje, op terug wil komen. Voor nu wil ik het bij twee delen houden, maar jullie weten zoals de wind waait... Dat is de reden ook dat ik nog twee uitspraken deel uit de toespraak van ouderling Neuenschwander, waar ik dus voor nu niet verder op in wil gaan, maar die wel zo mooi zijn dat ik er niet zomaar aan voorbij kon lopen.
Ouderling Neuenschwander:
- "Heilige verordeningen en het goddelijke gezag om ze te bedienen, zijn niet begonnen met de herstelling van het evangelie en de oprichting van de hedendaagse kerk in 1830. De heilige verordeningen van het evangelie, als vereisten voor verlossing en verhoging, werden ingesteld vóór de grondlegging der wereld. Ze zijn altijd een onveranderlijk onderdeel van het evangelie geweest."
- "De profeet Joseph Smith leerde: Verordeningen die vóór de grondlegging der wereld in de hemelen zijn ingesteld in het priesterschap, voor de redding van de mens, mogen niet worden gewijzigd of veranderd. Allen moeten op dezelfde beginselen worden gered."
"Want zie dit is mijn werk en mijn heerlijkheid:
de onsterfelijkheid en het eeuwige leven
van de mens tot stand te brengen"
Mozes 1:39