Als ik Curaçao in kleur zou beschrijven, dan zou ik in eerste instantie zeggen, zeegroen-blauw.
Hierbij denk ik dan aan zon, zee en zwemmen. Heel veel zwemmen.
Weliswaar een niet bestaande kleur, maar gras is tegenwoordig ook niet meer gewoon groen, maar grasgroen.
Op het moment dat wij daar waren werd er gevist.
Niet met een hengel of met een net, maar met gewoon visdraad wat men in de hand houdt, het zogenaamde handlijn vissen.
De vis hieronder is gevangen met zo'n handvislijn.
Alleen had deze visser ook nog een ballonnetje aan zijn vislijn geknoopt, waardoor zijn aas verder het water op gedragen werd.
Hij wist ons ook precies te vertellen wat hij ging klaar maken.
Nu zijn wij geen grote viseters, maar op Curaçao zijn en geen vis eten, dat kan natuurlijk niet.
Ik heb zowel gebakken als gezouten vis gegeten.
Van de gezouten vis, bakkeljauw, heb ik helaas geen foto.
Wel van ons restaurant.
De kabeljauw was te lekker.
Pas toen mijn bord leeg was bedacht ik me, 'daar had ik een foto van moeten maken'.
Voordat we trouwens aan tafel gingen hebben we nog even met onze voeten in het water rondgelopen.
De benen zijn van mijn vader, ja, hij draagt gewoon een lange broek.
Ik zal maar niet zeggen wat hij aan zijn voeten had.
Dit was trouwens ook een heerlijk gerecht.