donderdag 24 maart 2016

Donderdag...

 ”En terwijl Hij nog sprak, zie, daar was Judas, een van de twaalven, 
en met hem een grote schare met zwaarden en stokken, 
gezonden vanwege de overpriesters en oudsten des volks. 
En die Hem overleverde had hun een teken gegeven, zeggende: 
Die ik zal kussen, die is het: grijpt Hem.
En terstond, trad hij op Jezus toe en zeide: 
Wees gegroet Rabbi en hij kuste Hem.

'In de dagen van het Nieuwe Testament was het de gewoonte dat men elkaar begroette met een kus op de wang. Dergelijke uitingen waren een symbool van respect, maar ook van broederschap en vriendschap.' 

En Jezus zeide tot hem:
Judas, verraadt gij de Zoon des mensen met een kus?

Wat was er over van zijn ooit rechtvaardige verlangens, hij die eens waardig was om geroepen te worden als apostel?

Toen kreeg Judas, die Hem verraden had, berouw, 
daar hij zag, dat Hij veroordeeld was, 
en hij bracht de dertig zilverlingen aan de overpriesters en oudsten terug, 
en hij sprak: Ik heb gezondigd, onschuldig bloed verraden!
En de zilverlingen in de tempel werpende, verwijderde hij zich;
daarop ging hij heen en verhing zich. 

Daarop ging hij heen ... en verhing zich.
Na zijn daad van verraad, voor hij zich verhing, was er nog een andere weg die hij had kunnen gaan. Juist hij, na drie jaar lang met Christus te hebben gewandeld, had dit kunnen en moeten weten. Maar hij verkoos een ander pad.
Het is niet aan ons om te oordelen, maar wat Christus zei over Judas geeft wel te denken:

De Zoon des mensen gaat wel heen gelijk van Hem geschreven staat,
doch wee de mens,
door wie de Zoon des mensen verraden wordt.
Het ware voor die mens goed geweest,
als hij niet geboren was.


Afbeelding: Lds.org.
Teksten: Schriften