donderdag 7 april 2011

Liefde



Toen hij, Thomas Moore, van een zakenreis terugkwam ontdekte hij dat zijn vrouw zichzelf opgesloten had in haar slaapkamer en had gezegd niemand te willen ontvangen.
Men vertelde Moore het verschrikkelijke nieuws, dat zijn mooie vrouw pokken had gekregen en dat haar melkwitte huid nu getekend was door de pokken.
Zij had zichzelf in de spiegel gezien en had geëist dat de luiken voor de ramen dicht zouden blijven, dat zij haar man nooit meer zou zien.
Thomas Moore luisterde niet.
Hij ging naar boven, naar de verduisterde kamer, en wilde een lamp aansteken.
Zijn vrouw smeekte hem haar in het donker te laten.



Zij wilde haar man de aanblik van haar getekende lichaam besparen.
Zij vroeg hem weg te gaan.
Moore ging naar beneden en bracht de rest van de nacht door met bidden en schrijven.
Hij had nog nooit een lied geschreven, maar die nacht schreef hij niet alleen woorden maar componeerde hij er ook muziek bij.
Toen het daglicht aanbrak keerde Moore terug naar de donkere kamer van zijn vrouw.
"Ben je wakker?" vroeg hij.
 "Ja, zei ze", "maar ik wil niet dat je me ziet, alsjeblieft dwing me niet, Thomas".
"Dan zal ik voor je zingen," zei hij.
Thomas Moore zong het lied voor zijn vrouw dat vandaag nog steeds van kracht is.
"Geloof me, als al u dierbare schoonheid
Waar ik tot nog toe zo verliefd naar staarde
Morgen zou veranderen
zou verdwijnen uit mijn armen
Zoals feeëngaven verdwijnen
Zoudt gij nog worden bemind zoals op dit moment."
Moore hoorde iets bewegen daar waar zijn vrouw in eenzaamheid lag.
Hij vervolgde:
"Laat uw lieflijkheid rustig verdwijnen
De lieve ruïne zal in mijn hart gesloten blijven.
Het lied was ten einde."
Toen zijn stem zweeg, hoorde Moore zijn vrouw opstaan.
Zij liep door de kamer naar het raam, opende langzaam de luiken, schoof het gordijn open en liet het morgenlicht binnen.


Schrijver?
Foto's: photl.com