Eenheid vereist geen gelijkvormigheid
maar wel gelijkgestemdheid
D. Todd Christofferson
"Kort nadat de kerk was opgericht, ontvingen de profeet Joseph Smith en Olivery Cowdery in 1830 de openbaring over de organisatie en het bestuur van de kerk. De profeet las tijdens de eerste conferentie van de kerk voor wat wij nu als afdeling 20 kennen. Dat was de eerste openbaring die met algemene instemming werd goedgekeurd. De inhoud van deze openbaring is echt opmerkelijk." Ik wil stil staan bij de verzen 8 t/m 12. Uiteraard in het licht van eenheid, maar dan door de bril van gelijkgestemdheid wat ik niet los kan zien van "de leer en beginselen die de Heer door Joseph Smith, de profeet van de herstelling, heeft gevestigd, en werkelijk van fundamenteel belang zijn."
In Leer en Verbonden 20 lezen wij onder andere "dat Joseph Smith macht van God ontving om het Boek van Mormon te vertalen, dat een kroniek van een gevallen volk bevat, en de volheid van het evangelie van Jezus Christus voor de andere volken en ook voor de Joden. De wereld bewijzende dat de heilige Schriften waar zijn, dat God inderdaad mensen inspireert en roept, zowel in deze tijd als in de geslachten vanouds, waardoor Hij aantoont dat Hij dezelfde God is, gisteren, heden en voor eeuwig."
Deze verzen gaan over het Boek van Mormon, de sluitsteen van onze godsdienst. "Een krachtig getuigenis van het belang van het Boek van Mormon is het tijdstip waarop de Heer het tevoorschijn liet komen in de herstelling die zich ontvouwde. Het enige wat eraan voorafging was het eerste visioen. Tijdens die prachtige manifestatie leerde de profeet Joseph Smith de ware aard van God kennen en dat God een werk voor hem te doen had. Het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon volgde daarop. Denk eens na over de betekenis daarvan. De komst van het Boek van Mormon ging vooraf aan de herstelling van het priesterschap. Het werd slechts een paar dagen voor de organisatie van de kerk uitgegeven. De heiligen kregen het Boek van Mormon te lezen voordat ze de openbaringen kregen met diepzinnige leerstelling als de drie graden van heerlijkheid, het celestiale huwelijk of het werk voor de doden. Het Boek was er vóór de priesterschapsquorums en de organisatie van de kerk. Blijkt daar niet uit hoe belangrijk dit heilige boek in de ogen van de Heer was?"
In de evangelieverhandeling Ras en het priesterschap lezen wij het volgende: "Volgens de Schriftuur en de leringen van de kerk heeft God al zijn kinderen lief en is eeuwig heil voor iedereen mogelijk. God heeft alle rassen en etnische groepen geschapen en beschouwt ze als gelijkwaardig. In het Boek van Mormon wordt het zo verwoord: Allen zijn voor God gelijk." Deze boodschap, deze gelijkheid van het Boek van Mormon, zie ik terug in de kerk zoals de Heer die door middel van Joseph Smith heeft hersteld. Wat volkomen in overeenstemming is met de nieuwtestamentische kerk.
"Toen de herrezen Heiland aan het volk in het Boek van Mormon verscheen, sprak Hij zijn afkeuring uit dat er in verleden onder het volk woordenstrijd over de doop en andere zaken was geweest. Hij gebood: Er zal geen woordenstrijd onder u zijn, zoals er tot dusver is geweest; evenmin zal er woordenstrijd onder u zijn over de punten van mijn leer, zoals er tot dusver is geweest." In deze toespraak lezen wij ook "Hoe kunnen we in onze extreem twistzieke wereld eenheid bereiken, met name in de kerk waar we één Heer, één geloof, één doop dienen te hebben? Paulus geeft ons de sleutel: Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man of vrouw is; want allen bent u één in Christus." Vandaar dat ouderling Cook dit zei in zijn toespraak:"Als we de aansporing van president Russell M. Nelson willen volgen en het verstrooide Israel aan beide zijden van de sluier vergaderen, moeten we anderen in onze eenheidskring opnemen. Verschillen in cultuur, taal, geslacht, ras en nationaliteit vallen uiteindelijk in het niet als gelovigen zich op het verbondspad begeven en tot onze geliefde Verlosser komen."
Toen de Heer zijn kerk herstelde maakte hij geen onderscheid tussen wie dan ook. Dit is wat ik geloof en dit is de boodschap die ik uitdraag. Ik begin steeds beter te begrijpen waarom president Benson zei dat "het Boek van Mormon en de Leer en Verbonden met elkaar verbonden zijn, zeker als ik denk aan deze zin: "totdat zij zich bekeren en het nieuwe verbond indachtig zijn, ja, het Boek van Mormon (LV 84:54-57)." Wat we uiteindelijk nu wel of niet geloven in de kerk, we moeten allemaal tot Jezus Christus komen. Tijd om een lammetjesblikje uit de kast te trekken.