Gisteren bespraken wij in onze vrouwenorganisatie een toespraak van ouderling Quentin L. Cook. Kort samengevat, jullie weten wat voor bril ik ondertussen draag, komt deze toespraak hier op neer: "Laten we meer van onze geestelijke verwantschap genieten en onze verschillende eigenschappen en diverse gaven waarderen." Deze woorden zijn niet de woorden van ouderling Cook, maar komen uit een toespraak van ouderling Soares. Een toespraak waar ik helemaal weg van ben. En als ik ergens weg van ben, dan val ik in herhaling. Het is ook niet voor niets dat ik dat stukje context heb genoemd.
Eenheid vereist geen gelijkvormigheid, maar wel gelijkgestemdheid. Opnieuw geen uitspraak van Cook al was dit wel een thema in zijn toespraak. Ouderling Cook zei het zo: "Omdat we in Gods ogen 'gelijk' zijn, slaat het nergens op om nadruk op onze verschillen te leggen." Of, ik denk nu aan ouderling Dieter F. Uchtdorf, "hoewel de verzoening bedoeld is om meer op Christus te lijken, is zij niet bedoeld om ons allemaal hetzelfde te maken. Als discipelen van Jezus Christus zijn we verenigd in ons getuigenis van het herstelde evangelie en onze toewijding aan Gods geboden. Maar we verschillen in culturele, sociale en politieke voorkeuren. De kerk gedijt als we ons voordeel doen met deze diversiteit."
Waarom dan toch deze toespraak van ouderling Cook aanhalen, terwijl ik qua uitspraken zo weinig van hem aanhaal? Dat heeft alles te maken met dat hij een afslag nam die ik niet zag aankomen. Hij heeft het namelijk over het belang van eenheid en "dat de verlossende barmhartigheid van de Heer niet afhangt van onze afkomst, opleiding, economische status of ras." En dan, dit is de afslag, heeft hij het over afdeling 20 van de Leer en Verbonden. Om vervolgens dit over deze afdeling te zeggen: "De inhoud van deze openbaring is echt opmerkelijk. De leer, beginselen, offeranden en gebruiken die de Heer door Joseph Smith, de profeet van de herstelling, heeft gevestigd, zijn werkelijk van fundamenteel belang."
Na al te hebben gezegd dat God in zijn barmhartigheid geen onderscheid maakt, benadrukt hij dit toch opnieuw door te zeggen dat "er geen vereisten zijn wat betreft ras, geslacht of etniciteit. Uit het Boek van Mormon blijkt duidelijk dat allen worden uitgenodigd om deel te hebben aan de goedheid van de Heer: zwarte en witte (ouderling Oaks zei hierover "wat alle rassen betekent"), geknechte en vrije, man en vrouw; allen zijn voor God gelijk. Alle mensen zijn gelijkelijk begunstigd, en niemand wordt buitengesloten."
Ik kom in een volgend logje specifiek terug op afslag 20 met de woorden opmerkelijk, fundamenteel belang, allen zijn uitgenodigd. Er is nog echter één ding wat ik wil aanhalen wat zo op het oog niets met afslag 20 te maken heeft. Wel met de Leer en Verbonden, en ook met onze Boek van Mormon leesopdracht van de afgelopen periode. Ik kwam namelijk verzen tegen die gingen over godsdienstvrijheid, maar ook over slavernij. Koning Mosiah, dit vers gaat specifiek over slavernij, zei dit erover "En nu verlang ik dat deze ongelijkheid niet meer voorkomt in dit land, in het bijzonder onder dit, mijn volk; ik verlang juist dat dit land een land van vrijheid is, en dat ieder mens zijn rechten en voorrechten in gelijke mate zal kunnen genieten (Mosiah 29:32, zie ook Mosiah 2:13; Alma 27:9; Alma 48:11)."
President Benson zei dat "het Boek van Mormon en de Leer en Verbonden met elkaar verbonden zijn als openbaringen van Israëls God om zijn volk te vergaderen en voor te bereiden op de wederkomst van de Heer. Het Boek van Mormon brengt mensen tot Christus. De Leer en Verbonden brengt mensen naar het koninkrijk van Christus, namelijk De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (LV 1:30)." Interessant is dat de Heer in deze afdeling, afdeling 1 dus, het er ook over heeft dat Hij geen aannemer des persoon is. Voorlopig ben ik nog niet uitgereisd. Welk pad ik ook neem, alle wegen leiden naar "het niet van belang is dat men Jood of Griek is."