Ik ben op weg naar de Kirtland tempel en ik weet nu al dat ik daar mijn tent wil opslaan. Maar voordat ik daar halt kan houden, zijn er toch nog een aantal bezienswaardigheden, verzen en/of aanvullingen op uit de afdelingen die ik passeer, waar ik niet om heen kan. Zoals bijvoorbeeld de opmerking dat Leer en Verbonden 93 "afweek van de traditionele christelijke ideeën over de aard van de mensheid en verrassende nieuwe perspectieven op ons voorsterfelijk verleden, ons toekomstig potentieel en onze relatie met God opende. Deze flitsen van inzicht in de dingen zoals ze werkelijk zijn, herstelden een oud begrip van de relatie tussen God en Zijn kinderen en verkleinden de gapende kloof tussen Schepper en schepping die Heiligen der Laatste Dagen hadden geërfd van de christelijke traditie".
De evangelieverhandeling Ras en Priesterschap, alles wat ik hier uit citeer staat schuin geschreven, zegt dit over het denken van die tijd "De kerk werd opgericht in de Verenigde Staten in 1830, toen rassenscheiding hoogtij vierde. Veel mensen van Afrikaanse afkomst leefden in slavernij, en rassenscheiding en vooroordelen waren de norm bij blanke Amerikanen. De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is hersteld in een cultuur van rassenconflicten waarbij blanken enorm werden bevoorrecht."
Wat ik hier tegenover wil zetten is deze opmerking "Jezus brak met de vastgeroeste traditie van vijandigheid tussen zwart en wit", wat te maken heeft met HOE de Heer zijn kerk door middel van Joseph Smith heeft hersteld. "Er is geen betrouwbaar bewijs dat het priesterschap aan zwarte mannen werd onthouden zolang Joseph Smith leefde". En hun aanwezigheid in de Kirtland tempel, waar ik naar op weg ben, ook niet. Al kan ik, als het gaat om je ogen sluiten voor, natuurlijk niet negeren dat er in de kerk een bepaalde periode was, van 1852 tot 1978, er een restrictie lag op zwarte mensen van Afrikaanse afkomst met alle gevolgen van dien. "Deze beperking werd gerechtvaardigd door de gangbare ideeën over de minderwaardigheid van sommige rassen". Een manier van denken die in ieder geval zeker haaks staat op deze tekst uit Leer en Verbonden 93:
"Iedere mensengeest was in het begin onschuldig;
en omdat God de mens van de val heeft verlost,
zijn de mensen, in hun kinderlijke staat,
wederom onschuldig geworden voor het aangezicht van God."
LV 93:38
Liever reis ik met de HOE bril, maar soms ontkom ik gewoon niet aan het feit dat het een bepaalde periode in de kerk anders was. "In de loop der jaren hebben kerkleiders en -leden gespeculeerd over de reden voor deze beperking op het priesterschap en de tempel. Geen enkele van deze theorieën is echter officiële leer van de kerk".
Waar ik ook niet aan kan ontkomen is deze opmerking: "Eén denkbeeld bestond in de Verenigde Staten al in de jaren dertig van de achttiende eeuw, namelijk dat zwarten afstamden van de Bijbelse figuur Kaïn, die zijn broer, Abel vermoordde. Aanhangers van deze overtuiging geloofden dat God Kaïn had vervloekt met een donkere huid. Dienstbaarheid van zwarten werd soms beschouwd als een tweede vloek op Kanaän, de kleinzoon van Noach, wegens Chams gebrek aan respect voor zijn vader. De vloek van Kaïn werd vaak gebruikt als argument voor de beperking op het priesterschap en de tempel. Rond de eeuwwisseling vond een andere verklaring ingang: er werd gezegd dat zwarten in de voorsterfelijke strijd tegen Lucifer niet geheel kloekmoedig waren geweest en dat ze daarom werden uitgesloten van de zegeningen van het priesterschap en de tempel".
Op dit moment wil ik niet verder in gaan op deze twee vloeken, die van Kaïn en die van Cham. Volgend jaar reis ik door het Oude Testament. Ik verwacht dat er dan nog genoeg gelegenheden zullen zijn om terug te komen op deze twee vloeken. Liever geef ik mijn aandacht aan die andere vloek, de vloek van Adam en de woorden "wederom onschuldig geworden voor het aangezicht van God" want daar hebben we het over. "Vandaag verwerpt de kerk de theorieën die men in het verleden aanhaalde: een zwarte huid is een teken van goddelijke ongunst of vervloeking; een zwarte huid wijst op onrechtschapen handelingen in het voorsterfelijk leven; huwelijken tussen verschillende rassen zijn zondig; zwarten of mensen van andere rassen of volkeren zijn ondergeschikt. De kerkleiders in deze tijd veroordelen elke vorm van racisme in het heden of verleden".
Onschuldig voor God
In onze les van vorige week, die gaat over afdeling 93, kunnen we het volgende lezen: "De profeet Joseph Smith heeft gezegd dat als de mens het karakter van God niet kan begrijpen, hij zichzelf niet kan begrijpen. Kijk, terwijl je LV 93 bestudeerd, niet alleen naar wat je over de Heiland leert, maar ook over jezelf". Wat ik heb geleerd is "dat ik eerst en vooral een kind van God ben" dat Hij "geen aannemer des persoons is", en dat Hij niet is als de man die twaalf zonen heeft "en tot de één zegt: Wees gekleed in feestkledij en neem hier plaats; en tot de ander: Wees gekleed in lompen en neem daar plaats - en zijn zonen aanschouwt en zegt: Ik ben rechtvaardig", LV 38:26. Dergelijk gedrag ligt niet in de aard van God.
Ouderling Quentin L. Cook: "De leer, beginselen, offeranden en gebruiken die de Heer door Joseph Smith, de profeet van de herstelling, heeft gevestigd, zijn werkelijk van fundamenteel belang. Er zijn geen vereisten wat betreft ras, geslacht of etniciteit. Uit het Boek van Mormon blijkt duidelijk dat allen worden uitgenodigd om deel te hebben aan de goedheid van de Heer: zwarte en witte (ik schrijf nu bewust geen blank), geknechte en vrije, man en vrouw; allen zijn voor God gelijk. Alle mensen zijn gelijkelijk begunstigd, en niemand wordt buitengesloten".
"God heeft Zijn kinderen in alle landen van de wereld lief"
Proclamatie van de herstelling