"En nu verlang ik dat deze ongelijkheid niet meer voorkomt in dit land,
in het bijzonder onder dit, mijn volk;
ik verlang juist dat dit land een land van vrijheid is,
en dat ieder mens zijn rechten en voorrechten in gelijke mate zal kunnen genieten..."
Mos 29:32
Hier spreekt een koning en geestelijk leider zijn verlangen uit over hoe hij hoopt dat het land een land van vrijheid zal zijn, en dat ieder mens zijn rechten en voorrechten in gelijke mate zal kunnen genieten. De reactie van het volk is dit: "Daarom lieten zij hun verlangen naar een koning varen en begonnen er buitengewoon naar te verlangen dat eenieder in het gehele land gelijke kansen zou hebben; ja, en eenieder verklaarde zich bereid de verantwoording op zich te nemen voor zijn eigen zonden".
"overeenkomstig de wetten en grondwet van het volk,
die ik tot stand heb laten brengen, en die moeten worden gehandhaafd
omwille van de rechten en bescherming van alle vlees,
opdat eenieder op de dag van het oordeel
rekenschap verschuldigd zal zijn van zijn eigen zonden.
Daarom is het niet juist dat enig mens andermans slaaf is."
LV 101:76-79
Dit is niet de eerste keer dat ik het heb over koning Mosiah in relatie tot Leer en Verbonden 134 en slavernij. Ik zei toen ook dat ik daar toch nog een vraagteken bij zette. In bovenstaand vers wordt gesproken over wetten en de grondwet en dat de Heer hier zegt dat hij die tot stand heeft gebracht, wat je ook terug ziet in de Onafhankelijkheidsverklaring. "De Onafhankelijkheidsverklaring bevestigde het geloof en vertrouwen van de Founding Fathers in God met de volgende woorden: Wij houden deze waarheden voor vanzelfsprekend; dat alle mensen gelijk zijn geschapen, dat zij door hun Schepper begiftigd zijn met bepaalde onvervreemdbare rechten, waaronder het leven, de vrijheid en het nastreven van geluk".
Het kan dan wel zo zijn dat alle mensen gelijk geschapen waren, dat betekende niet automatisch dat ze daarmee raciaal gelijk waren. In de evangelieverhandeling Ras en het priesterschap lezen we daarover het volgende: "In 1790 verklaarde het Congres van de Verenigde Staten dat alleen vrije blanken burgerrechten genoten. In 1857 verklaarde het Amerikaanse hooggerechtshof dat zwarten geen rechten bezaten die de witte diende te respecteren. Zo'n dertig jaar nadat de burgeroorlog een einde maakte aan slavernij, besliste het hooggerechtshof van de Verenigde Staten dat gescheiden maar gelijkwaardige faciliteiten voor zwarten en witten grondwettelijk waren. Deze beslissing leidde tot heel wat rassenscheiding tot het hof ze in 1954 herriep. Pas in 1967 werden wetten tegen gemengde huwelijken door het gerechtshof herroepen".
In de evangelieverhandeling Ras en het priesterschap lezen we "dat de kerk werd opgericht in de Verenigde Staten in 1830, toen rassenscheiding hoogtij vierde. Veel mensen van Afrikaanse afkomst leefden in slavernij, en rassenscheiding en vooroordelen waren de norm bij witte Amerikanen. Deze denkwijze lijkt nu vreemd en verontrustend, maar toen werden alle aspecten van het leven, met inbegrip van religie, hierdoor beïnvloed".
"Mildred Loving, een zwarte vrouw, en Richard Loving, een witte man trouwden toen er in Amerika in een aantal staten nog sprake was van een verbod op raciaal gemengd huwelijk. Het leverde Richard een jaar gevangenisstraf op in de staat Virginia, en verbanning. De Lovings lieten het er niet bij zitten dat ze met hun gezin niet in de staat van hun keuze konden wonen, ver weg van familie en vrienden. Gesteund door Robert Kennedy spanden ze een proces aan bij het Supreme Court tegen de staat Virginia. Op 12 juni 1967 kwam de verlossende uitspraak van het Hoogggerechtshof waarin interraciale huwelijksverboden in Amerika ongrondwettig werden verklaard".
'Race mixing' was niet alleen een ding in de maatschappij, het speelde ook een rol in de kerk. Vandaar dat we in de evangelieverhandeling Ras en priesterschap kunnen lezen dat "Vandaag verwerpt de kerk de theorieën die men in het verleden aanhaalde:...huwelijken tussen verschillende rassen zijn zondig".
Mijn ouders
Wat betreft de opmerking "alle aspecten van het leven, met inbegrip van religie, werden hierdoor beïnvloed. Ook het leven van ons gezin, wij werden lid van de kerk in de restrictie periode, is door deze raciale ongelijkheid, al dan niet subtiel, beïnvloed. Al dacht men in de tijd dat mijn ouders trouwden, bij een gemengd huwelijk eerder aan een huwelijk met een anders gelovige. Als het wel ging om ras of etniciteit werd dit als sociaal minder gezien. In de kerk werd dit echter als zondig gezien zoals we dat in de evangelieverhandeling Ras en het priesterschap kunnen lezen. Manlief en ik zijn getrouwd na de de openbaring op het priesterschap. Op ons huwelijk lag geen beperking, maar we zijn beiden wel met dit gedachtegoed grootgebracht. En ook dit is een onderdeel van 'Vertel je verhaal'. Voor stellen van voor de restrictie periode tijd, nog even los van de restrictie in het algemeen, lag het allemaal net even anders zoals blijkt uit het verhaal van Marcus, de zoon van de eerste algemene zwarte autoriteit in de kerk (zie Ensign, May 1990, Elder Helvécio Martines of the Seventy): die verloofd was met een kerklid die geen zwarte Afrikaanse voorouders had: "Hoewel ze er tevreden mee was te vertrouwen op de belofte dat alle zegeningen ooit voor alle leden beschikbaar zouden zijn, was het vooruitzicht om geen tempelhuwelijk te hebben pijnlijk".
Deze week staat onze leesopdracht in het teken van Officiële Verklaring 2. In deze les kunnen we lezen "Eeuwige waarheid veranderd niet, hoewel ons begrip ervan wel verandert. En soms werpt openbaring meer licht op waarheid". Dit doet mij denken aan de woorden van ouderling Bruce R. McConkie die hij zei na de openbaring op het priesterschap: "Vergeet alles wat ik heb gezegd of wat president Brigham Young, president George Q. Cannon of wie dan ook in het verleden heeft gezegd dat in strijd is met de huidige openbaring. We spraken met een beperkt begrip en zonder het licht en de kennis die nu in de wereld is gekomen". Gelukkig, en daarom leg ik zo de nadruk op de HOE van de herstelling, kwam daarover nog meer kennis die bijna vergeten was, wat leidde tot aanpassingen in opschriften en voetnoten van onze Schriften.
Een andere reden waarom ik het belangrijk vind om mijn verhaal te delen is wat president Nelson zei, tijdens de algemene vrouwenbijeenkomst van oktober 2019 in zijn toespraak Geestelijke schatten, tegen de zusters: "Ik smeek u om alles wat u over priesterschapsmacht kunt vinden onder gebed te bestuderen. U kunt bijvoorbeeld beginnen met Leer en Verbonden 84 en 107. Die afdelingen zullen u naar andere teksten leiden. De Schriften en leringen van hedendaagse profeten, zieners en openbaarder staan vol van die leerstellingen". Hoe kan ik een dergelijke uitdaging aangaan, en dan ras negeren? Ouderling Packer heeft trouwens ook een toespraak gegeven over het priesterschap (Ensign, July 1989, A tribune to Women). Hij is echter niet zo bescheiden geweest als president Nelson. En waar president Nelson het heeft over twee afdelingen uit de Leer en Verbonden, heeft ouderling Packer het over zes afdelingen.
Zoals ik al eerder zei in dit logje, je mag dan wel gelijk geschapen zijn, dat betekent nog niet dat je daarmee raciaal gelijk bent. Hieruit blijkt wel, ik ben nog steeds in de weer met Leer en Verbonden 134, dat niet iedereen hetzelfde dacht over de grondwet "waarvan de Heer gezegd heeft dat deze behoort aan de gehele mensheid (LV 98:5) en gehandhaafd moet worden voor de rechten en bescherming van alle vlees, overeenkomstig rechtvaardige en heilige beginselen (LV 101:77)". Ik denk dat deze woorden ook op gaan voor de Leer en Verbonden. "Omdat de Leer en Verbonden belangrijke beginselen en procedures betreffende het bestuur van de kerk onderwijst, vormt het de constitutionele basis van de kerk in de laatste dagen". Zelf geef ik de voorkeur aan deze woorden "Het begin en het einde van het evangelie staat in afdeling 2 van de Leer en Verbonden beschreven. Het is de sluitsteen van die prachtige boog van het evangelie. Als die steen zwak zou worden en er uit zou vallen, dan zou het gehele bouwsel van het evangelie in allemaal losse blokken uit elkaar vallen". Daarin zie ik ook een parallel met de Fouding Fathers, met dit verschil dat het nu gaat om de Fathers en de aan hen gedane beloften.
In de evangelieverhandeling Ras en het priesterschap kunnen we ook lezen dat "tegen het einde van zijn leven de stichter van de kerk, Joseph Smith, zich openlijk tegen slavernij verzette". In het artikel Joseph Smith: Campaign for President of the United States kunnen we niet alleen lezen waarom Joseph Smith zich kandidaat stelde, we lezen hierin ook over zijn plannen wat betreft de afschaffing van de slavernij. "De afschaffing van de slavernij was een ander belangrijk onderdeel van zijn platform. Hij schreef in General Smith's views: De onafhankelijkheidsverklaring beschouwt deze waarheden als vanzelfsprekend: dat alle mensen gelijk geschapen zijn; die door hun Schepper begiftigd zijn met bepaalde onvervreemdbare rechten; dat hiertoe behoren het recht op leven, vrijheid en het nastreven van geluk; maar tegelijkertijd worden zo'n twee of drie miljoen mensen levenslang als slaaf vastgehouden, omdat hun geest bedekt is met een donkerdere huid. In plaats van simpelweg op te roepen tot de afschaffing van de slavernij, zou Joseph Smith's platform het Congres ertoe aanzetten iedereen een redelijke prijs voor zijn slaven te betalen uit de overtollige inkomsten die voortvloeiden uit de verkoop van openbare gronden en uit de inhouding van loon van Congresleden". Om zo, met deze inkomsten, "de vrijheid van tot slaaf gemaakte mannen en vrouwen te kopen".
Of dit mijn laatste logje is over slavernij kan ik nog geen antwoord geven. Er is daar natuurlijk nog de opmerking van Brigham Young dat hij zegt dat hij gelooft in slavernij en de opmerking in de evangelieverhandeling "dat president Brigham Young in 1852 officieel verklaarde dat zwarte mannen van Afrikaanse afkomst niet langer tot priester geordend kunnen worden. Misschien dat er toch nog een deel 6 komt.
Toen ik een passende afbeelding zocht voor dit logje kwam ik er een van Paul Reeve tegen met de woorden: "Het raciale probleem van het mormonisme is een witheidsprobleem". In eerste instantie vond ik het best wel een confronterende uitspraak. Echter denkend aan de evangelieverhandeling Ras en het priesterschap, en wat daar in staat, vind ik die uitspraak van Paul Reeve helemaal niet zo gek. Neem nou deze opmerking: "De kerkleiders in deze tijd veroordelen elke vorm van racisme in het heden of verleden". Wat wordt er bedoeld met racisme uit het verleden? Heeft men het hier alleen over de maatschappij of ook over de kerk? Kunnen we wat er in 1852 en daarna gebeurde af doen als racisme? Omdat, zoals we ook kunnen lezen in deze evangelieverhandeling, deze beperking werd gerechtvaardigd door de gangbare ideeën over de minderwaardigheid van sommige rassen. Ideeën die eerder waren gebruikt om de legalisatie van zwarte 'herendienst' in het Territorium Utah te propageren". Is racisme uiteindelijk niet dat je discrimineert op basis van herkomst, zoals die Afrikaan? Of die nakomelingen van Kaïn of Cham door God vervloekt met een donkere huid? Denkbeelden waarover we ook kunnen lezen in deze verhandeling. Of er wel of niet een deel zes komt over slavernij, dat doet er niet toe. Eén ding is zeker, ik ben nog niet uitgeschreven.
Uitspraak betreffende afdeling 2: Doctrine and Covenants Student Manuel, Section 2
