Zo tussendoor op mijn blog, met name als het gaat om het onderwerp kerk en slavernij, heb ik iets gezegd over dat ik opnieuw mijn Schriften moest leren lezen. De komende tijd zal ik daar voorbeelden van geven.
Degenen die mij kennen weten dat ik graag spreek over een rode draad. De rode draad is mijn vaste draad, een soort waslijn, waar ik van alles aan hang. Hetgeen ik ophang zijn mijn hangertjes, die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken kunnen hebben, maar die door de rode draad met elkaar worden verbonden. Deze rode draad kleurt hoe ik mijn Schriften lees, en naarmate ik leer en groei in het evangelie, gumt deze rode draad steeds meer weg wat ik vroeger heb geleerd.
Mijn rode draad is, er zijn meer strengen, maar we hebben het nu over ras en priesterschap, "dat het niet van belang is dat men Jood is of Griek, daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije, daarbij is het niet van belang dat men vrouw of man is." Aan deze draad kan ik nu, afhankelijk van wat ik wil delen, hangers ophangen. Of het nu gaat om het verkondigen van het evangelie, de kerk van de eerste dagen, de kerk van de laatste dagen, de herstelling of het sluiten van verbonden, al deze hangers zijn doordrenkt met "dat God geen aannemer des persoons is", mijn rode draad.
Dit jaar zijn wij bezig met het Nieuwe Testament. Begin juli zijn wij begonnen met Handelingen. In een eerder logje heb ik daar al over geschreven en zei toen dat "de kerk die de Zoon van God had gesticht, nu in Petrus zijn handen was, en dat de taak om al de volken te onderwijzen nu bij hem lag." Dit logje is een voortborduren daarop. Hier pak ik mijn rode draad op en hier wil ik ook mijn schriftuur verhaal beginnen. Ik laat het aan jullie over om te bepalen met welke hangers ik in de weer ben geweest. Het gaat mij uiteindelijk om de rode draad.
God is geen aannemer des persoon
"U, bent de kinderen van de profeten en van het verbond dat God met onze vaderen sloot, toen Hij tegen Abraham zei: En in uw Nageslacht zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden. God die Zijn kind Jezus heeft doen opstaan, heeft Hem eerst naar u gezonden om u hierin te zegenen dat Hij ieder van u zou afbrengen van zijn slechte daden (Handelingen 3:25-26)."
In het Boek van Mormon wordt het zo gezegd: "En zie, u bent de kinderen van de profeten; en u bent van het huis van Israël; en u bent van het verbond dat de Vader met uw vaderen heeft gelaten toen Hij tot Abraham zei: En in uw nageslacht zullen alle geslachten van de aarde worden gezegend. De Vader heeft Mij eerst voor u doen opstaan en Mij gezonden om u af te wenden van zijn ongerechtigheden; en wel omdat u kinderen van het verbond bent - en dan, nadat u gezegend bent, doet de Vader het verbond gestand dat Hij met Abraham heeft gesloten, toen Hij zei: In uw nageslacht zullen alle geslachten van de aarde worden gezegend...(3 Nephi 20:25-27)."
In deze bovenstaande teksten wordt gesproken over verbonden. Om te begrijpen wat ik wil zeggen is het wel van belang om te weten wat een verbond is. In de Gids van de Schriften wordt gezegd dat een verbond "een overeenkomst tussen God en de mens is, waarin echter twee partijen niet als gelijken optreden. God stelt de voorwaarden van het verbond en de mens stemt erin zich daaraan te houden. Vervolgens ontvangt hij van God de belofte van bepaalde zegeningen voor zijn gehoorzaamheid."
President Nelson heeft een toespraak gegeven over "Verbonden" en stelt dan op een gegeven moment de vraag over "welk verbond" hebben we het? Hij geeft dan dit als antwoord: "Het verbond, dat de Vader met hun vaderen maakte, toen Hij tot Abraham zeide: En in uw nageslacht zullen alle geslachten der aarde worden gezegend." De bovenstaande verzen die door mij zijn aangehaald, zijn in deze toespraak van president Nelson terug te vinden. Hij zegt ook dat dit verbond "van allesovertreffend belang is". Tevens legt hij uit welke beloften verbonden zijn aan dit verbond.
President Nelson citeert dan een tekst. "Daarom heeft onze vader (Lehi) niet alleen over ons nageslacht gesproken, maar ook over het gehele huis Israëls, wijzende op het verbond dat in de laatste dagen zal worden vervuld, welk verbond de Heer met Abraham heeft gesloten". Om vervolgens, dit erover te zeggen: "Om deze belofte gestand te doen is de Heer in de laatste dagen verschenen om dat verbond van Abraham te hernieuwen."
En dan zegt president Nelson dit: "Om die belofte gestand te doen, is de Heer in deze laatste dagen verschenen om dat verbond te hernieuwen." Ik weet dat ik niet altijd goed te volgen ben als het gaat om wat ik wil zeggen, dus misschien had ik beter vooraf kunnen zeggen eerst deze toespraak te lezen en dan dit blogje, maar gelukkig is er ook nog een achteraf.
President Nelson: "Door deze hernieuwing, hebben wij, zoals zij van weleer, het heilige priesterschap en het eeuwige leven. We bezitten het recht op de volheid van het evangelie te ontvangen, de zegeningen van het priesterschap te genieten en ons waardig te maken voor Gods grootste zegen: het eeuwige leven." Om vervolgens dit er aan toe te voegen: "Sommigen onder ons zijn letterlijke nakomelingen van Abraham, anderen gaan deel uitmaken van zijn familie door adoptie. De Heer maakt geen onderscheid. We ontvangen deze beloofde zegeningen allemaal als we tot de Heer komen en zijn geboden onderhouden."
In zijn toespraak "Het eeuwigdurend verbond" zegt president Nelson het zo: "Ik heb vaak gesproken over het belang van het verbond van Abraham en de vergadering van Israël. Wanneer we het evangelie aanvaarden en ons laten dopen, nemen we de heilige naam van Jezus Christus op ons. De doop is de poort waardoor wij mede-erfgenamen worden van de beloften die de Heer gegeven heeft aan Abraham, Izak en Jakob en aan hun nageslacht.... Allen die het evangelie aanvaarden, worden het nageslacht van Abraham... door geboorte of adoptie."
Nog even terugkomend op de nieuwtestamentische kerk. Dit is wat Paulus over het bovenstaande zei: "Maar nu het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder een leermeester. Want u bent allen kinderen van God doorheen geloof in Christus Jezus. Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt u zich met Christus bekleed. Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw (Galaten 3:25-29)."
Wordt vervolgd.
Ps. Volgende week staat onze "Kom dan en volg Mij" zondagsschool leesopdracht in het teken van Handelingen 10-15. In de inleidende tekst staat onder andere dit: "Maar al snel nadat Petrus na de dood van de Heiland leider van de kerk op aarde was geworden, openbaarde Jezus Christus hem dat de tijd was aangebroken om het evangelie ook aan niet-Joden te prediken. Het idee om het evangelie aan andere volken te verkondigen, lijkt tegenwoordig heel normaal. Welke les schuilt er toch in dit verhaal voor ons?." Er komt dus een deel 3: Toch was het herstelde evangelie voor iedereen bedoeld. Maar daarna zal ik opnieuw terug komen op ras en priesterschap. Dit vanwege het feit dat het evangelie voor iedereen bedoeld was, tot Brigham Young, iets anders onderwees. Ik zal dan met name ingaan op wat men na 1978 over dit onderwijs heeft gezegd.