Na zijn opstanding gebood Jezus Christus zijn apostelen om mensen in elk land te onderwijzen en te dopen (Matteüs 28:18-19, Markus 16:15-16). Hij voorspelde ook dat de bediening van de apostelen zou beginnen in Jeruzalem, zich zou verspreiden over Judea en Samaria, en uiteindelijk zou gaan tot aan het uiterste der aarde (Handelingen 1:8)." We lezen daarna over Philippus, één van de zeven leiders die geroepen was om de Twaalf bij te staan (Handelingen 6:5) die vele Samaritanen en een man uit Ethiopië onderwees en doopte (Handelingen 8:26-39).
In ons lesboek wordt dit gezegd over deze man uit Ethiopië: "Toen Philippus volgens de instructies van een engel ten zuiden van Jeruzalem reisde, ontmoette en doopte hij een man uit Ethiopië. Aangezien Ethiopië, in het huidige Afrika, geen deel uitmaakte van Judea, vervulde de bekering gedeeltelijk de profetie in Handelingen 1:8, dat het evangelie zich buiten Judea en Samaria zou verspreiden, en dat het een voorafschaduwing is van het zendingswerk dat op het punt stond te beginnen onder de heidenen".
Deze week staat onze zondagsschool leesopdracht in het teken van Handelingen 10-15. Dit is de inleidende tekst: "Tijdens zijn aardse bediening trok Jezus Christus vaak aloude tradities en overtuigingen in twijfel. Daar ging Hij na zijn hemelvaart mee verder - Hij bleef zijn kerk immers door openbaring leiden. De discipelen van Jezus predikten het evangelie tijdens zijn aardse bediening bijvoorbeeld alleen aan andere Joden. Maar al snel nadat Petrus na de dood van de Heiland de leider van de kerk op aarde was geworden, openbaarde Jezus Christus hem dat de tijd was aangebroken om het evangelie aan niet-Joden te prediken. Het idee om het evangelie aan andere volken te verkondigen, lijkt tegenwoordig heel normaal. Welke les schuilt er toch in dit verhaal voor ons?"
Ik denk dat de vraag "welke les schuilt er toch in dit verhaal voor ons?" alles te maken heeft met Cornelius, maar bovenal gaat volgens mij het verhaal over Petrus, de president van de vroegchristelijke kerk. Tot drie maal toe liet God een groot linnen laken zakken "waarin zich al de viervoetige dieren van de aarde bevonden, de wilde en de kruipende dieren en de vogels in de lucht." Desondanks was het nog steeds niet duidelijk wat dit visioen nu betekende. Pas nadat er naar Petrus gevraagd werd en de Geest tegen hem zei: "Zie, drie mannen zoeken u...reis met hen mee. Twijfel niet, want Ik heb hen gestuurd", kwam het inzicht en het besef: "Ik zie nu de waarheid in dat God niet iemand om de persoon aanneemt."
"Wij verklaren plechtig dat God zijn kinderen in alle landen van de wereld liefheeft." Dit is de openingszin van de proclamatie "De herstelling van de volheid van het evangelie van Jezus Christus". Tevens kunnen we hierin lezen dat er verklaard wordt "dat God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus, als antwoord op zijn gebed aan Joseph zijn verschenen, en dat Zij, zoals voorzegd in de Bijbel, de tijd hebben ingeluid waarin 'alle dingen worden hersteld' (Handelingen 3:21). Hij vernam in dit visioen dat de nieuwtestamentische kerk van Jezus Christus, na de dood van de oorspronkelijke apostelen, op aarde verloren was gegaan."
Ik geloof "in dezelfde organisatie die in de vroegchristelijke kerk bestond, namelijk, apostelen, profeten, herders, leraars, evangeliesten enzovoort." Niet alleen dat, uit de herstelling blijkt ook dat God inderdaad geen aannemer des persoons is, wat ik de HOE van de herstelling noem. "Er is geen betrouwbaar bewijs dat het priesterschap aan zwarte mannen werd onthouden zolang Joseph Smith leefde." Maar...
er staat een olifant in de kamer.
Ik zou een hele lijst (ik heb uiteindelijk een lijstje op mijn blog gezet) kunnen maken van wat er in het verleden is gezegd, wat de kerk heden ten dage duidelijk verwerpt, zoals bijvoorbeeld dat een zwarte huid een teken van goddelijke ongunst of vervloeking is, of dat een zwarte huid wijst op onrechtschapen handelingen in het voorsterfelijke leven. Dit zijn een paar voorbeelden van wat er in het verleden is gezegd en nu dus door de kerk is afgewezen. In de praktijk blijkt echter dat niet iedereen hiervan op de hoogte is, waardoor bepaalde denkbeelden nog steeds geen verleden tijd zijn. En dit aankaarten, het bespreekbaar maken, blijkt in de praktijk nog niet zo eenvoudig te zijn.
"In 1852 verklaarde president Brigham Young officieel dat zwarte mannen van Afrikaanse afkomst niet langer tot priester geordend konden worden." Deze uitspraak zette de toon van wat er daarna allemaal gebeurde. En zoals we verder in de "evangelieverhandeling ras en het priesterschap" kunnen lezen "na de dood van Brigham Young lieten opeenvolgende presidenten van de kerk de tempelbegiftiging en het tempelhuwelijk voor zwarten niet toe. In de loop der jaren hebben kerkleiders - en leden gespeculeerd over de reden voor deze beperking op het priesterschap en de tempel. Geen enkele van deze theorieën is echter officiële leer van de kerk." Wat een pijnlijke constatering is.
In het artikel "De zegeningen van het priesterschap voor iedereen" wordt gezegd dat "in de loop der jaren allerlei theorieën zijn aangevoerd om de beperking te rechtvaardigen. Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft beklemtoond dat de theorieën waarmee men de beperking probeerde te verklaren 'folklore zijn, die in geen geval in stand mogen worden gehouden. Hoe goedbedoeld de verklaringen ook waren, ik denk dat ze bijna allemaal ondeugdelijk en/of fout zijn. We weten gewoon niet waarom dat gebruik bestond". Of zoals je kunt terug lezen in Officiële Verklaring 2: "De kerkelijke verslagen bieden geen helder inzicht in de oorsprong van dit gebruik." Dat neemt echter niet weg dat, hoewel dit gebruik gedurende langere tijd er was, we niet voorbij kunnen gaan aan HOE de Heer Zijn nieuwtestamentische kerk door middel van Joseph Smith heeft hersteld. En de boodschap van het Boek van Mormon dat "Hij allen uitnodigt om tot Hem te komen en deel te hebben aan Zijn goedheid; en Hij verwerpt niemand die tot Hem komt, zwarte en witte, geknechte en vrije, man en vrouw, en Hij is de heidenen indachtig; en allen zijn voor God gelijk, zowel de Joden als de andere volken", 2 Nephi 26:33.
Het kan moeilijk zijn om te aanvaarden dat wat in het verleden door kerkleiders, ook door profeten en apostelen, gezegd is, nu onder de noemer speculatie of folklore valt. Ik heb hierdoor opnieuw mijn Schriften moeten leren lezen. Ze te leren lezen zonder de oude- denkbeelden-bril van het verleden waar ik mee groot gebracht ben. Uiteindelijk, net als bij Petrus, gaat het er niet om hoeveel lakens je nodig hebt om zover te komen. Dat doet er in wezen niet toe. Waar het om gaat is of je bereidt bent dit olifantje te wassen.
Ps.
Het volgende artikel is de moeite van het lezen waard. "Spencer Kimball and the Revelation on Priesthood.
Afbeelding: Pixabay