dinsdag 18 juli 2023

1. Er staat een olifant in de kamer


Na zijn opstanding gebood Jezus Christus zijn apostelen om mensen in elk land te onderwijzen en te dopen (Matteüs 28:18-19, Markus 16:15-16). Hij voorspelde ook dat de bediening van de apostelen zou beginnen in Jeruzalem, zich zou verspreiden over Judea en Samaria, en uiteindelijk zou gaan tot aan het uiterste der aarde (Handelingen 1:8)." We lezen daarna over Philippus, één van de zeven leiders die geroepen was om de Twaalf bij te staan (Handelingen 6:5) die vele Samaritanen en een man uit Ethiopië onderwees en doopte (Handelingen 8:26-39). 


In ons lesboek wordt dit gezegd over deze man uit Ethiopië: "Toen Philippus volgens de instructies van een engel ten zuiden van Jeruzalem reisde, ontmoette en doopte hij een man uit Ethiopië. Aangezien Ethiopië, in het huidige Afrika, geen deel uitmaakte van Judea, vervulde de bekering gedeeltelijk de profetie in Handelingen 1:8, dat het evangelie zich buiten Judea en Samaria zou verspreiden, en dat het een voorafschaduwing is van het dramatische zendingswerk dat op het punt stond te beginnen onder de heidenen (Handelingen en verder). "


Deze week staat onze zondagsschool leesopdracht in het teken van Handelingen 10-15. Dit is de inleidende tekst: "Tijdens zijn aardse bediening trok Jezus Christus vaak aloude tradities en overtuigingen in twijfel. Daar ging Hij na zijn hemelvaart mee verder - Hij bleef zijn kerk immers door openbaring leiden. De discipelen van Jezus predikten het evangelie tijdens zijn aardse bediening bijvoorbeeld alleen aan andere Joden. Maar al snel nadat Petrus na de dood van de Heiland de leider van de kerk op aarde was geworden, openbaarde Jezus Christus hem dat de tijd was aangebroken om het evangelie aan niet-Joden te prediken. Het idee om het evangelie aan andere volken te verkondigen, lijkt tegenwoordig heel normaal. Welke les schuilt er toch in dit verhaal voor ons?"


Ik denk dat de vraag "welke les schuilt er toch in dit verhaal voor ons?" alles te maken heeft met Cornelius, maar bovenal gaat volgens mij het verhaal over Petrus, de president van de vroegchristelijke kerk. Tot drie maal toe liet God een groot linnen laken zakken "waarin zich al de viervoetige dieren van de aarde bevonden, de wilde en de kruipende dieren en de vogels in de lucht." Desondanks was het nog steeds niet duidelijk wat dit visioen nu betekende. Pas nadat er naar Petrus gevraagd werd en de Geest tegen hem zei: "Zie, drie mannen zoeken u...reis met hen mee. Twijfel niet, want Ik heb hen gestuurd", kwam het inzicht en het besef:  "Ik zie nu de waarheid in dat God niet iemand om de persoon aanneemt."


In de proclamatie van de "De herstelling van de volheid van het evangelie van Jezus Christus" staat "Wij verklaren nederig dat God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus, als antwoord op zijn gebed aan Joseph zijn verschenen, en dat Zij, zoals voorzegd in de Bijbel, de tijd hebben ingeluid waarin 'alle dingen worden hersteld' (Handelingen 3:21). Hij vernam in dit visioen dat de nieuwtestamentische kerk van Jezus Christus, na de dood van de oorspronkelijke apostelen, op aarde verloren was gegaan." Ik geloof dat de kerk die de Heer door middel van Joseph Smith herstelde de nieuwtestamentische kerk is waar in "Handelingen en verder" over wordt gesproken. Ik geloof "in dezelfde organisatie die in de vroegchristelijke kerk bestond, namelijk, apostelen, profeten, herders, leraars, evangeliesten enzovoort." Een kerk waarvan gezegd wordt "dat er geen betrouwbaar bewijs is dat het priesterschap aan zwarte mannen werd onthouden zolang Joseph Smith leefde." Een kerk, zoals we kunnen lezen "in de eerste twee decennia na de herstelling" zwarte mannen het priesterschap konden dragen. Maar...

er staat in olifant in de kamer. 




Ik denk dat we allemaal wel bekend zijn met de Officiële Verklaring 2 zoals die opgeschreven staat in de Leer en Verbonden. Voor velen houdt het hiermee op en kan ik het doen met de woorden "dit is toch verleden tijd!" Wat heeft dit met jou van doen? Maar is dat werkelijk zo? Is dit werkelijk verleden tijd? Hieronder geef ik een paar voorbeelden van wat ik bedoel met dat er een olifant in de kamer staat. Het ergste van alles is het feit dat dit verleden niet echt bespreekbaar is, maar bovenal dat dit verleden nog steeds doorwerkt in de kerk. 

Ik zou een hele lijst kunnen maken van wat er in het verleden is gezegd, wat de kerk heden ten dage duidelijk verwerpt, zoals een zwarte huid is een teken van goddelijke ongunst of vervloeking; een zwarte huid wijst op onrechtschapen handelingen in het voorsterfelijke leven, zwarten waren niet kloekmoedig in de voorsterfelijke strijd tegen Lucifer. Ook de vloek van Kain werd vaak gebruikt als argument voor de beperking op het priesterschap. Dit zijn nog maar een paar voorbeelden van wat er in het verleden is gezegd en nu dus wordt afgewezen door de kerk. In de praktijk blijkt echter dat niet iedereen hiervan op de hoogte is. 

"In 1852 verklaarde president Brigham Young officieel dat zwarte mannen van Afrikaanse afkomst niet langer tot priester geordend konden worden." Deze uitspraak zette de toon van wat er daarna allemaal gebeurde. En zoals we verder in de "evangelieverhandeling ras en het priesterschap" kunnen lezen "na de dood van Brigham Young lieten opeenvolgende presidenten van de kerk de tempelbegiftiging en het tempelhuwelijk voor zwarten niet toe. In de loop der jaren hebben kerkleiders - en leden gespeculeerd over de reden voor deze beperking op het priesterschap en de tempel. Geen enkele van deze theorieën is echter officiële leer van de kerk." 

In het artikel "De zegeningen van het priesterschap voor iedereen" verwoord men het bovenstaande zo: "In de loop der jaren zijn er allerlei theorieën aangevoerd om de beperking te rechtvaardigen. Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf heeft beklemtoond dat de theorieën waarmee men de beperkingen probeerde te verklaren folklore zijn, die in geen geval in stand mogen worden gehouden: Hoe goedbedoeld de verklaringen ook waren, ik denk dat ze bijna allemaal ondeugdelijk en/of fout zijn...We weten gewoon niet waarom dat gebruik...bestond." Dit is wat de Leer en Verbonden er over zegt: "De kerkelijke verslagen bieden geen helder inzicht in de oorsprong van dit gebruik." 

Ik begrijp dat het moeilijk kan zijn om te aanvaarden dat wat in het verleden door kerkleiders, ook door profeten en apostelen, gezegd is, nu onder de noemer speculatie of folklore valt. En dat dit je evangeliebeleving op de kop kan zetten. Het kan zijn dat jij ook drie lakens nodig hebt voordat je zover bent om dit proces aan te gaan. Misschien begrijp je nu beter waarom ik zei dat ik opnieuw mijn Schriften moest gaan leren lezen. Ze te leren lezen zonder de oude denkbeeldenbril van het verleden, waar ik mee ben opgegroeid. Uiteindelijk gaat het er niet om hoeveel lakens je nodig hebt, het gaat erom of je bereidt bent dit olifantje te wassen. 


Ps.

Het volgende artikel is de moeite van het lezen waard. "Spencer Kimball and the Revelation on Priesthood." De door de kerk uitgegeven evangelieverhandeling over ras en het priesterschap verwijst onder andere ook naar dit artikel. 



Afbeelding: Pixabay