Eerder deze maand schreef ik dat ik wist waar ik mijn tent de volgende keer wil gaan opslaan. Dat weten houdt niet automatisch in dat ik keurig netjes van afdeling naar afdeling, als zitten in een stoptrein, daar naar toe afreis. Soms komt er iets voorbij waardoor ik de Leer en Verbonden gewoon even de Leer en Verbonden laat zijn. Terwijl ik aan de andere kant toch ook denk, 'is dat wel zo?' Omdat ik nu op een punt ben aangekomen dat ik het één niet meer los kan zien van het andere, vanwege de onderlinge verwevenheid.
Een paar weken geleden werd in onze vrouwenorganisatie de toespraak De verzoening van Jezus Christus brengt de ultieme redding van ouderling Cook besproken. Zelf was ik niet aanwezig maar ik had deze toespraak wel al gelezen. In deze toespraak gaat het over de handkargroepen Willie en Martin, waar het helemaal mis mee gaat. "Zij werden geplaagd door uithongering, blootstelling aan vrieskou en veel sterfgevallen. Berichten over de gevaarlijke situatie waarin deze groepen zich bevonden bereikten president Brigham Young". En dit is wat hij zei: "Ga en breng de mensen die nu op de vlakten zijn hierheen".
Dankzij al de hulp en inzet die toen werd geboden, werden zij gered en werd veel erger leed voorkomen. Het waren echter niet alleen de mannen die hun inzet toonden. Ook de vrouwen deden hun deel, wat er uiteindelijk toe leidde dat door de redding van deze handkarpioniers de ZHV, de vrouwenorganisatie van de kerk, nieuw leven werd ingeblazen.
In de database van de kerk kunnen wij onder andere het volgende over hem lezen: "Thomas, een Afro-Amerikaanse man die mogelijk tot slaaf was gemaakt, arriveerde rond 1850 in Utah, omdat zijn naam voorkomt in de volkstelling van Utah van 1850, samen met de families Bankhead. Hij was één van de reddingswerkers die in de winter van 1856 werden uitgezonden om de leden van de kerk te helpen die in Wyoming gestrand waren. Helaas werd Thomas in december 1866 vermoord en begraven in Salt Lake City.
In dit artikel van de kerk wordt vermeld dat hij werd vermoord. Toen ik verder op hem zocht kwam ik het volgende tegen in de J. Willard Mariott Library dat het ging om een raciale lynchpartij, althans dat vermeld het kopje: "Thomas Coleman zou in 1848 in Salt Lake City zijn aangekomen, mogelijk als slaaf van John en Nancy Crosby Bankhead, bekeerlingen tot De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen vanuit Mississippi. Het is mogelijk dat Thomas in Mississippi als Heilige der Laatste Dagen werd gedoopt rond de tijd dat slaven zich bekeerden, maar lidmaatschap gegevens zijn niet bewaard gebleven om dat definitief vast te stellen. Een krant in Salt Lake City meldde dat hij ten tijde van zijn moord lid was van de kerk. Hij stond waarschijnlijk bekend als Thomas Bankhead in vroege documenten, maar gebruikte Coleman (soms Colburn) als zijn achternaam na de emancipatie. Hij werkte vervolgens voor Brigham Young in het Salt Lake House hotel in het centrum van Salt Lake City. Coleman werd in 1833 geboren, waarschijnlijk in Missisippi, en stierf in Salt Lake City op ongeveer 35 jarige leeftijd".
In dit artikel kunnen we ook lezen dat de "exacte omstandigheden rond Colemans moord een mysterie zijn". Maar de boodschap die men op zijn borst vond was deze: "Kennisgeving voor alle n...... Wees gewaarschuwd. Laat witte vrouwen met rust". Doen de omstandigheden er verder nog toe als het artikel zegt "in beide gevallen was het openbaar dumpen van Coleman's lichaam met het bijgevoegde bord duidelijk bedoeld om rassenscheiding af te dwingen en degenen die zouden overwegen deze te overtreden, te terroriseren".
Deze moord op Thomas Coleman heeft de gemoederen toentertijd flink beziggehouden. En ook nu, waaruit blijkt dat hij niet vergeten is, is dat het geval. Op dit moment is er een petitie om een monument te plaatsen op Capitol Hill, Salt Lake City, ter nagedachtenis van Thomas Coleman. Niet alleen dat, men wil hiermee ook laten zien dat men raciale onrechtvaardigheid veroordeelt. Degene die deze petitie is gestart laat weten "dat hij diep getroffen is door deze afschuwelijke daad van racistisch geweld".
Ik kan hem in wat hij zegt bijna helemaal volgen, maar een dergelijke petitie ondertekenen voelt voor mij ergens toch als een Nehoriaanse olifant. Volgend jaar reis ik door het Oude Testament. Ik zal dan, door middel van de woorden van een ander, ik ben perslot van rekening een deler, niet een schrijver, waarom ik deze petitie niet kan ondertekenen. Desondanks, alhoewel ik liever stil sta bij HOE de Heer zijn kerk herstelde door middel van Joseph Smith, kan ik uiteindelijk ook niet om Brigham Young heen. Dit vanwege de restrictie op het priesterschap en de tempel, dit begon in 1852 officieel met hem, waar ik zelf 'de vruchten' van heb geplukt.
De petitie starter heeft het er echter ook over dat president Brigham Young zei "dat de doodstraf Brighams protocol was voor gemengde huwelijken met inbegrip van hun kinderen als onderdeel van een bloedverzoening". Dat zijn woorden die niet te negeren zijn. Dit is wat president Brigham Young letterlijk heeft gezegd: Als iemand op een onbewaakt moment naar hen toe zou lopen en zou roepen: Hak mijn hoof af, om hen te verlossen en man, moeder en kinderen te doden, dan zou de zonde moeten verzoenen. Zou dit hen vervloeken of verwonden? Nee. Het zou hen goed doen, zodat ze samen met hun broederen gered kunnen worden". Dit is wat W. Paul Reeve, schrijver van het boekje Let's talk about race and priesthood, er over zegt: "Bij het doen van dergelijk uitspraken sprak Brigham Young, zoals hij soms deed, met extreme overdrijving. Hij gaf dit zelfs toe in 1948 toen hij erkende: 'Ik zeg vaak zoiets dergelijks, ik bedoel zoiets niet'. Het standpunt van Brigham Young is nooit in de wet van Utah vastgelegd, maar het heeft waarschijnlijk de houding onder Heiligen der Laatste Dagen ten aanzien van geweld, interraciale huwelijken en de status van zwarte mensen in het algemeen beïnvloed". Woorden doen ertoe.
Mijn vader met twee van onze kinderen
In de evangelieverhandeling ras en het priesterschap lezen we het volgende over deze periode: "In 1850 creëerde het Congres van de Verenigde Staten het Territorium Utah, en de president van de Verenigde Staten benoemde Brigham Young tot gouverneur. Zuiderlingen die zich bij de kerk hadden aangesloten en met hun slaven naar Utah waren verhuisd, vragen zich af wat de wettelijke status van slavernij in het Territorium was. In januari en februari gaf Brigham Young twee toespraken in het orgaan van de wetgevende macht in Utah. Hij kondigde aan dat zwarte mannen van Afrikaanse afkomst van het priesterschap werden uitgesloten". Het gevolg van die toespraken in 1852 was niet alleen uitsluiting van het priesterschap voor de mannen, maar men kon ook niet naar de tempel, zowel de mannen als de vrouwen, om hun begiftiging te ontvangen en daar eeuwige verbonden sluiten. Ook had het tot gevolg dat "in de loop der jaren kerkleiders en -leden speculeerden over de reden voor deze beperking op het priesterschap en de tempel". Theorieën waar ik mee ben grootgebracht, die door de kerk zijn teruggedraaid omdat "geen van deze verklaringen tegenwoordig worden aanvaard als officiële leer van de kerk", en waar ik nu voor bijna het derde jaar op rij over schrijf.
Wat goed is om ook te weten, nu we het toch hebben over 1852, dat, zoals we kunnen lezen in de evangelieverhandeling, "deze beperking werd gerechtvaardigd door de gangbare ideeën over de minderwaardigheid van sommige rassen. Die ideeën waren eerder gebruikt om de legalisatie van zwarte herendienst in het Territorium Utah te propageren. Eén denkbeeld bestond in al in de jaren dertig van de achttiende eeuw, namelijk dat zwarten afstamden van de Bijbelse figuur Kaïn, die zijn broer, Abel, vermoordde. Aanhangers van deze overtuiging geloofden dat God Kaïn had vervloekt met een donkere huid. Dienstbaarheid van zwarten werd soms beschouwd als een tweede vloek op Kanaän, de kleinzoon van Noach, wegens gebrek aan respect voor zijn vader". Volgend jaar reis ik door het Oude Testament. Ik denk dat dit zeker iets is waar ik stil bij wil staan.
Waar de petitie starter het ook over heeft is "dat uit talrijke onderzoeken blijkt dat raciale onrechtvaardigheden uit het verleden nog steeds doorwerken in onze samenleving". De kerk kun je ook beschouwen als een soort samenleving, en gezien door die bril, uit eigen ervaring, kan ik alleen maar beamen dat, om wat voor reden dan ook, het voor sommigen onder ons niet mee valt om deze oude denkbeelden van het verleden los te laten. Niet alleen dat, het ook onder ogen zien dat we kunnen spreken van een periode van voor Brigham Young en een periode erna. Een ander punt, wat ook thuishoort in dit rijtje, is dat "de ware kerk wordt geleid door onvolmaakte mensen" en dat God houdt van diversiteit.
Iemand die aanwezig was, toen zwarte mensen van Afrikaanse afkomst, door middel van openbaring, het priesterschap terug ontvingen, was Bruce R. McConkie. Hij heeft iets over Brigham Young gezegd, maar die lijn kan ik ook doortrekken naar ras en het priesterschap: "Sommige profeten - ik zeg het met respect - weten meer en hebben meer inspiratie dan anderen. Dus als Brigham Young, een van de grootste profeten, iets over Adam zei dat niet in overeenstemming is met wat er in het Boek van Mozes en in hoofdstuk 78 staat, dan prevaleert de Schrift. Dit is een van de redenen waarom we onze geschriften de Standaardwerken noemen. Ze vormen de maatstaf voor oordeel en de meetlat waaraan alle leer en opvattingen worden gewogen, en het maakt geen greintje verschil welke opvattingen erbij betrokken zijn. De Schrift heeft altijd voorrang". Het woord van de Heer is inderdaad de ultieme redding. Dit is wat de Heer er zelf over zegt in het voorwoord op de Leer en Verbonden:



