Misschien hebben jullie je afgevraagd waarom ik toch elke keer als ik iets deel uit de essay van ouderling Ahmad Corbitt het op deze manier laat zien. Wat voor mij belangrijk is dat je het logo en de naam van de kerk ziet staan (zie links boven), met daarnaast het gegeven dat het een onderdeel is van de geschiedenis van de kerk. Een pijnlijke geschiedenis die, zoals het slavernijverleden zijn doorwerking heeft in de maatschappij, zo ook zijn doorwerking heeft in de kerk, wat onder andere wel blijkt uit de woorden van ouderling Oaks, "dat veranderingen in het hart en gedrag van individuele leden daarentegen niet opeens overal merkbaar was en is, zelfs veertig jaar na de opheffing." In deze toespraak heeft ouderling Oaks het ook over "de teleurstelling van het verleden, en dat de aangevoerde redenen waarmee de beperking voor leden van Afrikaanse afkomst werden gerechtvaardigd - ook de redenen die door gerespecteerde kerkleiders waren gegeven - onmiddellijk en publiekelijk werden verworpen en dat het ene wezen in Zijn ogen even kostbaar als het andere is."
In dit deel, wat tevens het laatste deel van zijn essay is, gaat ouderling Corbitt in op de vraag wat te doen met gerespecteerde kerkleiders die in het verleden bepaalde uitspraken hebben gedaan. Zijn antwoord zit als het ware verwerkt in dit antwoord: "We missen de grootste eeuwige visie en kans van de Heer. We vragen in wezen: "Meester, wie heeft gezondigd, zwarte mensen of de vroege kerkleiders die het priesterschapsverbod oplegden? Ik geloof dat als de Heiland naast ons zou staan, Zijn antwoord net zo toekomstgericht en glorieus zou zijn als Zijn antwoord op de vraag van zijn discipelen over de blinde man: 'Noch mijn zwarte kinderen hebben gezondigd, noch de profeten; maar dat de macht van God gemanifesteerd moet worden door een wonderbaarlijk werk."
In het boek "Stay Thou Nearby" zegt hij het ook min of meer zo, alleen hij vult het nog aan met een tekst uit het Boek van Mormon:
"Zie, ik spreek tot u alsof ik uit de doden spreek;
want ik weet dat u mijn woorden zult hebben.
Veroordeel mij niet wegens mijn onvolmaaktheid, noch mijn vader
wegens zijn onvolmaaktheid, noch hen die vóor hem hebben geschreven;
maar dank liever God dat Hij u onze onvolmaaktheden heeft onthuld,
opdat u zult leren wijzer te zijn dan wij geweest zijn."
Mormon 9:30,31
Ouderling Corbitt heeft het zowel in zijn boek als in zijn essay over "Change the world". We kunnen de wereld niet veranderen wanneer we "een ruzie openen tussen het verleden en het heden, anders zullen we onze pogingen om onze toekomst te verbeteren in gevaar brengen."
Deze uitspraak is van Winston Churchill die door ouderling Oaks in een toespraak wordt aangehaald. In deze toespraak gaat ouderling Oaks onder andere ook in op dat er mensen voor een naamsverandering van de Brigham Young Universiteit zijn. Dit wil echter niet zeggen dat wij uit angst voor die ruzie het verleden maar niet onder ogen moeten zien. Het was ook Winston Churchill die zei dat "Degenen die er niet in slagen om van de geschiedenis te leren gedoemd zijn deze te herhalen." In mijn ogen zie ik daarom zowel het verleden, als het heden alsook de toekomst als één samengesteld geheel. Het één kun je niet los zien van het ander. Gedrieën vertellen zij het verhaal.
Willen we in het heden nader tot elkaar komen, dan kunnen we niet heen om de woorden, zoals we in het Boek van Mormon kunnen lezen, dat "wij leren wijzer te zijn dat zij zijn geweest". Dat doen we onder andere, zeker in het licht van genezing, door het loslaten van achterhaalde feiten en verklaringen. Belangrijk is daarbij te bedenken dat "we onthouden dat mensen fouten maken". Dat we soms vergeten dat heiligen der laatste dagen uit het verleden, onder wie de eerste kerkleiders, nog steeds mensen waren. Mensen hebben zwakheden. Ze begaan fouten. Ze zondigen. Bedenk dat God onvolmaakte mensen gebruikt om zijn werk te volbrengen. We kunnen zowel van hun bijdragen als van hun fouten leren. En hoewel het goed is om de moeilijke aspecten van de kerkgeschiedenis onder ogen te zien, moet je je daar niet zo in vastbijten dat je de goede en mooie dingen uit het oog verliest."
"Ongeacht, zegt ouderling Corbitt, hoe het verbod op het priesterschap tot stand is gekomen, ben ik ervan overtuigd dat onze hemelse Vader er voorwaarts op gericht is het te gebruiken om de wereld zijn werken en macht te laten zien, om zijn aardse kinderen van alle kleuren in vrede en liefde te verenigen."
Hij nodigt hen allen uit om tot Hem te komen
en deel te hebben aan zijn goedheid;
en Hij verwerpt niemand die tot Hem komt,
zwarte en witte,
geknechte en vrije, man en vrouw."
2 Nephi 26:33