"God is volmaakt,
en zijn leer is zuiver."
President Dieter F. Uchtdorf
Dit zei president Uchtdorf tijdens de algemene conferentie van oktober 2013. In deze toespraak sprak hij over vergissingen van onvolmaakte mensen, waar hij het onlangs ook over had tijdens de Algemene april conferentie van dit jaar.
Wat ik als bijzonder ervaar, zeker in het licht van dat ik voor het derde jaar op reis ben door de Schriften, waaronder sinds een half jaar door de Leer en Verbonden, met in mijn achterhoofd dat allen gelijk zijn voor God, hoe bevestigd en ook ondersteunend de Schriften naar elkaar toe zijn. Hierbij hoef ik alleen maar te denken aan onze leesopdracht van onlangs, en dan met name aan Leer en Verbonden 68, waarin gesproken wordt over "ga heen in de gehele wereld, verkondig het evangelie aan ieder schepsel" en de vraag die ik tegen kwam die ging over "Wat is Schriftuur?". "En wat zij ook spreken wanneer gedreven door de Heilige Geest, zal Schriftuur zijn". Wie zijn die zij?
Een prachtige toespraak die in gaat op het bovenstaande is die van ouderling Christofferson, een apostel van de Heer, die de titel De leer van Christus heeft meegekregen. Allereerst deze uitspraak, omdat het inhaakt op de uitspraak van president Uchtdorf:
"Dit is onze boodschap, de rots waarop wij bouwen,
het fundament van al het andere in de kerk.
Zoals alles wat van God komt,
is deze leer zuiver, zij is helder, zij is makkelijk te begrijpen -
zelfs door een kind.
Ouderling D. Todd Christofferson
Echter in deze toespraak heeft hij het ook over zendingswerk. Dat dit een "fundamentele opdracht van de kerk is om de evangelieboodschap van Jezus Christus aan de hele wereld te verkondigen". Om vervolgens, mijn tweede reden, dit te zeggen: "We moeten echter toegeven dat er vroeger soms verwarring was over onze leer en hoe die is gevestigd - en die verwarring komt nog steeds voor". Wat mij uiteraard aan mijn HOE de Heer zijn kerk heeft hersteld door middel van Joseph Smith, deed denken.
Mijn derde reden voor het stil staan bij deze toespraak heeft te maken met de vraag: "Kun je de herstelling van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen los zien van het Eerste Visioen?" Zijn antwoord hierop is dat toen "de Vader en de Zoon Joseph Smith bezochten er begonnen werd met een ware vloed aan openbaring, die gepaard ging met goddelijke macht en gezag". Om vervolgens te zeggen dat "in die openbaringen vinden we de wezenlijke leer van de Kerk van Jezus Christus" en citeert hij uit het Boek van Mormon die hij, tussen neus en lippen door, eveneens een testament aangaande Jezus Christus noemt. Het belang van het Boek van Mormon is mijn reden vier.
Reden vijf heeft te maken met schriftuur en in het verlengde ervan ook met openbaring en de deze vraag van ouderling Christofferson zelf: "Hoe openbaart de Heiland zijn wil en leer aan profeten, zieners en openbaarders?" Hij geeft dan twee nieuwtestamentische voorbeelden. Het ene voorbeeld heeft te maken met dat "we tegelijkertijd moeten bedenken dat niet iedere uitspraak door een kerkleider, vroeger of nu, noodzakelijkerwijs leerstellig is en dat de profeet Joseph Smith leerde dat een profeet alleen een profeet is, wanneer hij als zodanig optreedt". Ik wil echter stil staan bij het andere voorbeeld.
Kunnen jullie nog onze allereerste les herinneren uit ons zondagschool lesboek van de Leer en Verbonden? Deze les ging over "God heeft zijn kinderen in alle landen van de wereld lief, de herstelling begon met een antwoord op een vraag en Jezus Christus heeft zijn kerk hersteld". Verschillende onderwerpen van bespreking die allen te maken hadden met dat in 2020 herdacht werd dat het 200 jaar geleden was dat Joseph Smith zijn eerste visioen had. Dit werd toen gevierd door middel van een woordmonument: De herstelling van de volheid van het evangelie van Jezus Christus. In deze proclamatie kunnen we lezen dat Joseph Smith "vernam dat de nieuwtestamentisch kerk van Christus na de dood van de oorspronkelijke apostelen op aarde verloren was gegaan", wat wij de afval noemen.
Ouderling Christofferson zegt in zijn toespraak ook iets over deze afval. Ik wil echter stil staan bij wat er in de nieuwtestamentische kerk gebeurde en wat hij daarover heeft gezegd. Dit gaat over het visioen van Petrus. "Hij zag allerlei dieren uit de hemel op de aarde neerdalen in een groot laken, dat aan de vier hoeken bijeen gehouden werd en hem werd geboden ze te slachten en te eten". Petrus aarzelde omdat sommige van de dieren volgens de wet van Mozes onrein of onheilig waren en de wet die zulk voedsel verbood had hij nog nooit overtreden. Niettemin zei de stem in zijn droom tegen Petrus: Wat God rein verklaard heeft, moogt gij niet voor onheilig houden". Ik ga verder niet in op de uitleg, echter dit is wat ouderling Christofferson er over zegt: "Door deze ervaring en openbaring aan Petrus veranderde de Heer de gewoonte in de kerk en openbaarde een vollediger leerstellig begrip aan zijn discipelen. En zo strekte de evangelieverkondiging zich uit tot de gehele mensheid". "Gaat heen in de gehele wereld".
Dat wil echter niet zeggen dat hier alle problemen mee waren opgelost. "Er ontstond een tweestrijd over de vraag of de besnijdenis, die onder de wet van Mozes vereist was, als een gebod moest worden opgenomen in het evangelie en de kerk van Christus". Ouderling Christofferson: "Ons verslag van die raadsvergadering is beslist onvolledig, maar we lezen dat Petrus, de senior apostel, na veel verschil van mening opstond en verklaarde wat de Heilige Geest aan hem bevestigd had. Hij wees hen erop dat, toen het evangelie voor het eerst aan de heidenen was gepredikt in het huis van Cornelius, zij net als de Joodse bekeerlingen de Heilige Geest hadden ontvangen. Hij zei: God maakt geen onderscheid tussen ons en hen, door het geloof hun hart reinigende".
Met andere woorden, "God is geen aannemer des persoon" en zoals we kunnen lezen in de proclamatie van de herstelling, "Hij heeft zijn kinderen in alle landen van de wereld lief". Voor mij is dit alles een voorbeeld van hoe de Schriften elkaar bevestigen en ondersteunen. Niet alleen dat, het zegt voor mij ook iets over de natuur van God: "Dankzij deze dingen weten wij dat er een God in de hemel is, die oneindig en eeuwig is, van eeuwigheid tot eeuwigheid dezelfde onveranderlijke God, de Maker van de hemel en de aarde, LV 20:17."
