woensdag 8 november 2023

3. God kent het einde vanaf het begin


Mijn stukje van afgelopen donderdag, Now you know, zag ik zelf als een afrondend stukje wat betreft 'Kerk en slavernij' en 'Ras en het priesterschap' in samenhang met het Nieuwe Testament. Niet dat we al klaar zijn met het Nieuwe Testament, maar ik vond dat ik mijn punt tot zo ver wel gemaakt had. Tot ik deze afbeelding zag.


Abraham, Vader van de gelovigen

Deze afbeelding komt namelijk voor in onze leesopdracht van deze week. Twee weken geleden had ik een logje op mijn blog geplaatst met als titel God weet het einde vanaf het begin, en ja, je raad het al, ik had gebruik gemaakt van bovenstaande afbeelding. Dit stukje bleek enige tijd in concept te hebben gestaan en ik weet nu waarom ik daar mee aan de slag ben geweest. Dat logje was namelijk een voorbereiding op dit logje, wat ik toen als vervolg had moeten schrijven, maar wat niet gebeurt is doordat het in concept stond en door mij was vergeten. 

Het stukje waar het om gaat is dit: "De herstelling van dit verbond (het verbond van Abraham) was de herstelling van het evangelie in de laatste dagen, want daardoor worden alle volken van de aarde gezegend". Ik stel dan twee vragen: Wat zijn de zegeningen die voortvloeien uit dit verbond? Is één van deze zegeningen niet het priesterschap? 

In deel 1, God kent het einde vanaf het begin, ga ik in op dit verbond van Abraham. Dit deel, drie dus, gaat in op het priesterschap. Daarnaast - ik word zo nog een heel goede vliegenvanger, want ik sla weer twee vliegen in één klap - geef ik zo gehoor aan wat president Nelson zei. Hij zei namelijk het volgende: "Ik smeek u om alles wat u over priesterschapsmacht kunt vinden onder gebed te bestuderen. U kunt bijvoorbeeld beginnen met Leer en Verbonden 84 en 107." 

Is één van deze zegeningen niet het priesterschap?

In ons KomdanenvolgMij lesboek van de Leer en Verbonden kunnen we onder andere het volgende lezen: "De goddelijke instructies in afdeling 107 draaien om veel meer dan alleen de instelling van priesterschapsambten en -quorums. In deze afdeling verteld de Heer ons dat er in de oudheid, 'in de dagen van Adam', een priesterschapsorde 'werd ingesteld (vers 41). Van het begin af aan was het de bedoeling dat Gods kinderen - ook ú - de verlossende verordeningen van het evangelie zouden ontvangen en 'alle geestelijke zegeningen van de kerk - het voorrecht te hebben om de verborgenheden van het koninkrijk van de hemel te ontvangen en de hemelen voor zich geopend te hebben (de verzen 18-19)". Afdeling 107 is één van de afdelingen waar president Nelson het over heeft om mee te beginnen. 

Van het begin af aan was het de bedoeling van God. Ik zelf ben bezig met de geschiedenis van het priesterschap en zou jullie in dit proces mee kunnen nemen door er over te schrijven op mijn blog. Ik kies er voor op dit moment dit niet te doen. Komend jaar bestuderen we het Boek van Mormon; het jaar daarop de Leer en Verbonden en niet te vergeten de Parel van Grote Waarde. Stof genoeg met meer dan genoeg gelegenheden. Al is er één ding dat ik nog wel kwijt wil in het licht van "vanaf het begin was het Gods bedoeling" en het priesterschap. 

Vanaf het begin af aan was het Gods bedoeling dat het volk van Israel, ik heb het nu over de dagen van Mozes, het priesterschap ontving. In Exodus 19:6 lezen wij: "En gij zult Mij een koninkrijk van priesters zijn en een heilig volk. Dit zijn de woorden die gij tot de Israëlieten spreken zult". Hierbij twee uitspraken uit de GidsbijdeSchirften:
- Aaronisch priesterschap: "Vroeger, onder de wet van Mozes, waren er hogepriesters, priesters en Levieten. Omdat het Oude Israel tegen God was opgestaan, werden Mozes en het heilige priesterschap van hen weggenomen. Alleen het lagere priesterschap bleef over. Zij hadden geweigerd zich te laten heiligen en het Mechizedekse priesterschap en de verordeningen te ontvangen (LV 84:23-26). Leer en Verbond 84 is de andere afdeling waar president Nelson het over heeft om mee te beginnen. 
- Melchizedeks priesterschap: "Toen de kinderen van Israel niet naar de voorrechten en verbonden van het Melchizedeks priesterschap leefden, nam de Heer de hogere wet weg en verving die door een lager priesterschap en een lagere wet (LV 84:23-26), die het Aäronisch priesterschap en de wet van Mozes werden genoemd. Toen Jezus op aarde kwam, bracht Hij het Melchizedeks priesterschap terug voor de Joden en begon de kerk onder hen op te bouwen." Over deze nieuwtestamentische kerk heb ik de afgelopen tijd meer dan genoeg  geschreven. 

Ik denk dat ik ondertussen, bijna, niet meer hoef uit te leggen waarom ik juist deze tekst uit Exodus aanhaal. Sommigen gebruikten deze tekst als argument waarom zwarte mensen in de dagen van de herstelling van de kerk het priesterschap nog niet konden krijgen. Zij moesten op hun beurt wachten, net als de overigen van het volk van Israel vanouds. Alleen zij die dit dachten gingen voorbij aan het feit dat het volk van Israel zichzelf buiten sloot. Wij sluiten onszelf uit en/of worden uitgesloten door andere mensen. God sluit niemand uit, want Hij is "geen aannemer des persoon". Als er iets is dat dat duidelijk maakt dan zijn het wel de Schriften.