Zie, dit is mijn leer;
Wie zich bekeert en tot Mij komt, die is mijn kerk.
LV 10:67
Eigenlijk verdient afdeling 10 in de Leer en Verbonden meer aandacht dan dat ik er nu aan geef. Maar omdat er op mijn reisticket staat dat God zijn kinderen in alle landen lief heeft en dit op mijn blog mijn thema van het jaar is, wil ik mij daar zoveel mogelijk ook aan houden. Dat wil niet zeggen dat ik mijzelf daarmee te kort doe. Integendeel. Want het zorgt ervoor dat ik bepaalde teksten, zoals nu in deze afdeling, met heel andere ogen zie.
Bezienswaardigheid: Een aantal verzen uit Leer en Verbonden 10
Allereerst dit artikel van de kerk, wat verwijst naar Leer en Verbonden 10 vers 67: Diversity and Unity in The Church of Jesus Christ of Later-day Saints: "De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is een wereldreligie, niet alleen omdat haar leden over de hele wereld te vinden zijn, maar ook omdat ze Gods boodschap van waarheid met de hele wereld wil delen. De diversiteit van het wereldwijde ledenbestand van de kerk is een opvallend kenmerk van Heiligen der Laatste Dagen, omdat het evangelie van Jezus Christus elke cultuur, ras, nationaliteit en taal overstijgt...Vanwege de uitnodiging van de Heiland dat alle kinderen van God tot hem komen (Mattheüs 11:28, LV 10:67), zijn geen twee gemeenten in de kerk hetzelfde. Ongeacht etniciteit of uiterlijk, alle leden van de kerk zijn verenigd in de wetenschap dat ze kinderen zijn van een hemelse Vader. Ze weten dat Hij van elk van zijn kinderen evenveel houdt...Net zoals Paulus in het Nieuwe Testament leerde dat de kerk een lichaam is waarbij elk schoonheid en doel toevoegt aan het geheel, zo ervaart De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen ook kracht door haar diversiteit."
Uiteraard kan ik, opnieuw, niet om het Boek van Mormon heen en haar boodschap dat allen gelijk zijn voor God. Want in deze afdeling lezen wij ook "dat het evangelie door het Boek van Mormon tot alle natiën zal gaan".
"en aldus hebben zij in hun gebeden een zegen op dit land achtergelaten
dat wie ook in dit land in dit evangelie zou geloven,
het eeuwige leven zou hebben;
ja, dat het vrij zou zijn voor allen,
van welke natie, geslacht, taal of volk zij ook mocht zijn."
LV 10:50,51
Uiteraard met de kanttekening "Wie zich bekeert en tot Mij komt".
"ja, indien zij willen komen, mogen zij komen
en vrijelijk van de wateren des levens nemen."
LV 10:66
Vrijelijk, ongehinderd, van de wateren des levens nemen. "Levend water is een symbool van de Heer Jezus Christus en van zijn leer. Zoals water onontbeerlijk is om fysiek leven in stand te houden, zijn de Heiland en zijn leer (levend water) onontbeerlijk voor het eeuwige leven."
Water, evangelisch gezien, kun je ook niet los zien van het verbond van de doop. Ouderling Hales zei dit erover "Onze doop en bevestiging is de poort naar Zijn koninkrijk. Wanneer wij binnengaan, verbinden we ons om van Zijn koninkrijk te zijn - voor altijd!" De Heiland liet door voorbeeld de noodzaak van de doop zien.
De doop - misschien dat de Heer daarom in afdeling 10 het er ook over heeft "opdat Ik mijn evangelie zal vestigen, opdat er niet zoveel twist zal zijn...over de punten van mijn leer"- raakt leerstellig veel meer draden dan je zo op het eerste gezicht ziet. Eén van die draden is het verbond van Abraham, "allen die het evangelie aanvaarden en zich laten dopen, zijn nakomelingen van Abraham, hetzij letterlijk, hetzij door adoptie, en hebben recht op dezelfde zegeningen".
President Russell M. Nelson: "We bezitten het recht om de volheid van het evangelie te ontvangen, de zegeningen van het priesterschap te genieten en ons waardig te maken voor Gods grootste zegen: het eeuwige leven. Sommigen onder ons zijn letterlijk nakomelingen van Abraham, anderen gaan deel uit maken van zijn familie door adoptie. De Heer maakt geen onderscheid. We ontvangen deze beloofde zegeningen allemaal als we tot de Heer komen en zijn geboden onderhouden. Maar als we dat niet doen, gaan de zegeningen van het verbond aan ons voorbij". Vandaar dat de Heer zegt:
"want zie,
Ik zal hen vergaderen zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert,
indien zij hun hart niet verstokken;"
LV 10:65
