donderdag 13 november 2025

De HOE van de herstelling

 

Tijdens de afgelopen oktober conferentie zijn er vele prachtige toespraken gegeven, maar eentje die zeker niet mag ontbreken op mijn blog is die van ouderling Peter M. Johnson De kracht van bediening aan die ene. In deze toespraak vertelt hij dat hij 19 jaar was toen hij lid werd van de kerk en dat hij een jaar later een voltijdzending aanvaardde. Hij wist echter niet veel over de geschiedenis van de kerk toen hij aan zijn zending begon.

Ouderling Johnson: "Ik kwam er tijdens mijn zending al snel achter dat er een periode was geweest dat zwarte mensen van Afrikaanse afkomst niet alle zegeningen van aanbidding in het huis des Heren konden ontvangen. Toen ik dit hoorde, was ik boos, in de war, vol twijfel en angst. Die gevoelens werden zo sterk dat ik een tijdlang niet in staat was de invloed van de Heilige Geest te herkennen". Wat hem door deze periode heen hield waren de woorden van zijn collega die zei dat hij van hem hield. Daarna, zoals hij zelf zegt "vatte hij moed om in de naam van Jezus Christus tot mijn hemelse Vader te bidden" en las hij een tekst waarin gezegd werd: "Heb Ik u daarover geen vrede in uw gemoed geschonken? Welk groter getuigenis kunt u hebben dan van God? Toen ik dat las, wist ik het weer".

Toen mijn moeder lid werd van de kerk in de jaren zestig, wist zij niet dat haar kinderen ook uitgesloten waren van de zegeningen van de tempel, en mijn broer ook van het priesterschap. Daar kwam ze pas na een jaar lidmaatschap achter toen ze iets zei over dat ze hoopte dat haar zoon ooit in de toekomst op zending kon gaan. Zij heeft weken gehuild, maar uiteindelijk was haar conclusie dat Joseph Smith een profeet van God was en het Boek van Mormon het woord van God. Hoe pijnlijk deze ervaringen ook waren, zowel van ouderling Johnson als die van mijn moeder, beiden werden geleid door hun getuigenis. Ik zelf vond het bijzonder om dit verhaal, vanwege de herkenbaarheid, te horen vanaf de kansel tijdens de algemene conferentie. Toch was dit niet de eerste keer dat ouderling Johnson dit verhaal deelde. Hij had dit al eerder, uitgebreider, gedaan tijdens een andere gelegenheid. 

Ouderling Johnson staat wat dit betreft niet alleen in het delen van zijn verhaal. Andere algemene autoriteiten hebben ook hun gevoelens gedeeld over hoe zij zijn omgegaan met deze restrictie periode, zoals Tracy Y. BrowningAhmed Corbitt, Edward Dube en Carol Lawrence-Costly. Zij hebben zelfs hun ervaringen gebundeld in een boek Stay Thou Nearby. Zou je tegen hen ook zeggen dat ze het verleden moeten laten rusten? Hieruit blijkt wel hoe belangrijk het is dat je je verhaal kunt vertellen. Al blijkt dat in de praktijk niet altijd zo eenvoudig te zijn. Ik denk hierbij aan zuster Browning's woorden "dat ze zich soms door zondagse bijeenkomsten heen heeft geworsteld waar ideeën, houdingen en leringen over ras en/of het priesterschap en de tempelbeperkingen, waar de kerk en haar leiders al lang afstand van hadden genomen, werden gedeeld". 

Kijkend naar wat de kerk en haar leiders al lang hebben los gelaten, en de aanpassingen die vervolgens zijn gedaan in de inleidende kopjes van onze Schriften, zijn we er nog niet als het gaat om vooroordelen, ondanks de oproep van onze leiders om racisme uit te bannen en haar boodschap "dat God het ene ras niet meer lief heeft dan het andere. Dat zijn leer in dit opzicht helder is. Hij nodigt allen uit om tot Hem te komen". 

De kerk zelf beseft heel goed dat het adresseren van racisme, "een proces van de lange adem is en dat racisme nog steeds kan voorkomen onder haar leden". Wat, ik geef het toe, soms het nodige vraagt van mijn zelfbeheersing als het gaat om dit onderwerp. Al probeer ik in mijn achterhoofd te houden dat "een vraag de ene persoon van streek kan maken, en dat een ander er juist energie door krijgt", zoals ik. En soms ben ik gewoon van streek. 


Race and The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints


Een artikel waar ik nog geen aandacht aan heb gegeven, is Race and The Church of Jesus Christ of Later-day Saints. In dit artikel worden een aantal vragen gesteld die de kerk tegelijkertijd ook beantwoord. Daar ik door de Leer en Verbonden reis en volgende maand  onze 'Kom dan en volg Mij' leesopdracht Officiële Verklaring 2 voorbij komt, wil ik stil staan bij een aantal vragen uit dit artikel:

"Wat weten we over de oorsprong
van de priesterschaps- en tempelrestrictie?"

In het antwoord wordt onder andere gesproken over Elijah Able en dat Brigham Young zich in 1847 nog instemmend uitsprak over de bediening van het priesterschap door Q. Walker Lewis, een zwarte ouderling. We kunnen echter ook lezen dat Brigham Young vijf jaar later, tijdens de wetgevende vergadering van het territorium Utah, aankondigde dat zwarte mannen van Afrikaanse afkomst niet meer tot het priesterschap geordend konden worden en dat daardoor mannen en vrouwen ook niet meer konden deelnamen aan begiftigings- en verzegelingsverordeningen in de tempel. En dan wordt er dit gezegd:

- Brigham Youngs uitleg voor de beperking was gebaseerd op destijds gangbare ideeën die zwarte mensen identificeerden als afstammelingen van de Bijbelse figuren Kain en Cham. De Kerk heeft sindsdien deze rechtvaardiging voor de beperking verworpen, evenals latere rechtvaardigingen die suggereerden dat deze in het vooraards leven ontstond.

- Er is geen gedocumenteerde openbaring met betrekking tot de oorsprong van de priesterschaps- en tempelbeperking. Kerkpresidenten na Brigham Young handhaafden de beperking ondanks toenemende maatschappelijke druk, omdat ze vonden dat ze een openbaring van God nodig hadden om er een einde aan te maken.

- Kerkleiders raden tegenwoordig af om te speculeren over de oorsprong van de beperking. President Dallin H. Oaks heeft bijvoorbeeld gezegd: Als we ons bezighouden met wat niet is geopenbaard of met eerdere verklaringen van mensen die met een beperkt begrip te werk gingen kan dat alleen maar tot speculatie en frustratie leiden...Laten we allen vooruitkijken in de eenheid van ons geloof en vertrouwen op de belofte van de Heer dat 'Hij allen uitnodigt om tot Hem te komen en deel te hebben aan zijn goedheid; en Hij verwerpt niemand die tot Hem komt, zwarte en witte, geknechte en vrije, man en vrouw' (2 Nephi 26:33).

"Wat heeft de Kerk gezegd over eerdere theorieën
die probeerden de redenen voor de priesterschaps- en
tempelbeperkingen te verklaren?"

Interessant vind ik dat president Oaks het in zijn opmerking heeft over een beperkt begrip. Ouderling Bruce R. McConkie zei dit namelijk ook in een toespraak, na de openbaring op het priesterschap: "Vergeet alles wat ik heb gezegd, of wat Brigham Young, president George Q. Cannon of wie dan ook in het verleden heeft gezegd dat in strijd is met de huidige openbaring. We spraken met een beperkt begrip en zonder het licht en de kennis die nu in de wereld is gekomen." Deze uitspraak van Bruce R. Mc.Conkie kun je ook teruglezen in dit vraag-en-antwoord artikel van de kerk. 

"Wat leren hedendaagse kerkleiders over racisme"

"God houdt niet meer van het ene ras dan van het andere, en levende profeten en apostelen nodigen iedereen met raciale vooroordelen uit tot bekering. De Schriften leren herhaaldelijk dat God alle mensen liefheeft en niet de ene persoon of groep boven de andere bevooroordeelt vanwege hun uiterlijk, nationale afkomst of sociale status. Hedendaagse profeten hebben duidelijk gemaakt dat heiligen met anderen moeten samenwerken om raciale vooroordelen uit te bannen. Ik roep onze leden overal op om het voortouw te nemen in het afzweren van houdingen en daden die door vooroordelen worden gekenmerkt, aldus president Nelson. Evenzo riep president Dallin H. Oaks de leden van de kerk op om racisme uit te roeien." In dit stukje deelt zuster Tracy Browning haar gevoelens en geeft ouderling Peter M. Johnson raad. Hij zegt onder andere dat God houdt van diversiteit. Deze opmerking van dat God houdt van diversiteit staat aan de basis van mijn reis door de Schriften wat ik nu al bijna voor het derde jaar op rij doe.

Uiteindelijk komen er in dit vraag-en-antwoord-artikel 13 vragen voorbij. Het wordt wel een heel lang stuk als ik nu zou ingaan op al die dertien vragen. Misschien volgt er nog een deel twee. Mocht dat niet het geval zijn, dan wil ik niet zomaar verder reizen zonder aandacht te geven aan wat W. Paul Reeve heeft gezegd, wat in wezen mijn antwoord is op de laatste vraag. Dit komt uit het boekje Let's talk about race and priesthood. W. Paul Reeve: "Hoe kunnen we racisme uitroeien als we niet bereid zijn de wortels ervan te onderzoeken? De geschiedenis kan ons helpen van het verleden te leren om een respectvollere toekomst te creëren. Het is, naar mijn mening, veel winstgevender om van onze collectieve geschiedenis te leren in plaats van deze te verdedigen of te ontkennen". 

Een tijdje terug heb ik een stukje geschreven over "Hoe kan de kerkgeschiedenis een erfdeel worden van ons allen". Eén van de nevendoelen van het bijhouden van verslagen is juist "om ernaar te streven te getuigen van de fundamentele waarheden van de herstelling en die te verdedigen". Een prachtig voorbeeld van het ontkennen van onze gezamenlijke geschiedenis  vind ik nog steeds de Nehoriaanse olifant. Omdat men in deze video voorbij gaat aan het het feit dat toen de Heer zijn nieuwtestamentische kerk door middel van Joseph Smith herstelde er geen onderscheid werd gemaakt tussen zwart en wit, omdat allen gelijk zijn voor God. 

Wanneer ik het heb over de HOE van de herstelling dan heb ik het over de fundamentele waarheid van de herstelling. Vooruitkijken, waar president Oaks het over heeft, heeft voor mij, gedeeltelijk, ook te maken met terugkijken. Omdat het ontvangen van het priesterschap en de zegeningen van de tempel voor zowel de mannen als de vrouwen in 1978, alles te maken heeft met terugontvangen van wat men na de herstelling al had, en in HOE de Heer zijn kerk herstelde door middel van Joseph Smith. Niet alleen dat, "God heeft zijn kerk om een heel eenvoudige reden hersteld, omdat Hij van al zijn kinderen houdt en wil dat ze vreugde in dit leven hebben en bij Hem terugkeren". Vandaar dat ik er voor gekozen heb om gedurende vier jaar door de standaardwerken van de kerk te reizen. De uiteindelijke ware schoonheid van het evangelie van Jezus Christus zit hem inderdaad in het vooruitkijken. Ik moet ineens aan onze zoon denken die zei 'op naar de sterren en daar voorbij'. Misschien vanwege mijn vorig blogje